HBO-er beter aan de slag, maar niet in riante banen

| Redactie

Jonge hbo-ers zijn vorig jaar wat vaker aan werk gekomen dan in 1992 en '93. Maar het zoeken van werk duurde wel langer en de banen waren minder riant. Afgestudeerden moeten nu steeds vaker genoegen nemen met een tijdelijke baan. Dat blijkt uit de HBO-Monitor 1994, het zojuist bij de HBO- Raad verschenen rapport over de grote jaarlijkse enquête onder recent afgestudeerde hbo-ers. In totaal liet he

Jonge hbo-ers zijn vorig jaar wat vaker aan werk gekomen dan in 1992 en '93. Maar het zoeken van werk duurde wel langer en de banen waren minder riant. Afgestudeerden moeten nu steeds vaker genoegen nemen met een tijdelijke baan. Dat blijkt uit de HBO-Monitor 1994, het zojuist bij de HBO- Raad verschenen rapport over de grote jaarlijkse enquête onder recent afgestudeerde hbo-ers.

In totaal liet het Limburgse Research-centrum Onderwijs Arbeidsmarkt (ROA) voor dit onderzoek 22.000 jonge hbo-ers ondervragen. Dat is ruim de helft van alle afgestudeerden uit het studiejaar '92/'93. Duidelijk verbeterd is vorig jaar het aantal mensen dat na ruim een jaar betaald werk had (van 71 naar 76%) en het percentage officieel werklozen (van 10 naar 9). Maar in veel andere opzichte zette de verslechtering van de arbeidsmarkt voor hbo-ers zich voort. Sinds de eerste HBO-Monitor, drie jaar geleden, daalde de kans op een vaste baan gestaag van 71 naar 63 procent. Het wachten op de eerste baan gaat langer duren. Die baan is minder vaak op hbo-niveau.

Kunst

Per sector van het hbo zijn er verschillen, maar de variatie is een stuk kleiner dan vorige jaren. In de sterkste sectoren van vorig jaar (gezondheid en onderwijs) is de situatie namelijk niet verbeterd. Terwijl bij techniek en vooral in de agogische hoek minder afgestudeerden werkloos bleven. Het hoogst is de werkloosheid opnieuw onder jonge kunstenaars: 17 procent. Dit cijfer is veel minder dramatisch dan de 28 procent die vorig jaar werd gepubliceerd. Maar dat komt vooral door een nieuwe rekenwijze. Volgens dezelfde formule zou de werkloosheid vorig jaar 18 procent geweest zou zijn. In elk geval is de sector zo verlost van de sombere cijfers die de HBO-Monitor jaar na jaar publiceerde.

De studierichting met de hoogste werkloosheid is dit jaar opnieuw die voor schilder of beeldhouwer (`autonome beeldende kunst') met 27 procent. Opvallend is dat chemische technologie, ondanks het economisch herstel, met 26 procent nauwelijks beter scoort. Het andere uiterste is ergotherapie, de enige van de grotere opleidingen waar in de enquête nul werklozen zijn aangetroffen. @tk=Overschoold

Het salaris van jonge hbo-ers bleef vorig jaar praktisch onveranderd: in deeltijd afgestudeerden hielden de inflatie bij, met een verbetering van 25,90 naar 26,50 per uur. Maar de voltijders verloren twee dubbeltjes op 19,10. Het slechts betaald van de voltijders waren de leraren (18,40), de gezondheidswerkers verdienden met 21,50 het meest.

Verreweg de meeste ondervraagden vonden ook dit jaar weer dat ze werk op of boven hbo-niveau hadden gevonden. Maar wel lag dit aantal met 77% wat lager dan voorheen. Een probleem hebben vooral de sociaal-agogische opleidingen, waar maar liefst 40 procent van de voltijd-afgestudeerden onder hbo-niveau werkt. Bij de agrarische scholen nam dit percentage `overscholing'' in één jaar zeer sterk toe, van 24 naar 34 procent.

Aparte aandacht is in deze HBO-Monitor besteed aan regionale verschillen op de arbeidsmarkt. Daarbij zijn de bevindingen van eerdere CBS-onderzoeken bevestigd: in het westen krijg je sneller een baan en verdien je meer dan in de rest van het land. Maar: de hbo-ers die naar het buitenland gaan, verdienen nog meer.

Ook andere `persoonskenmerken' zijn bekeken. Mensen met een mbo-vooroplieddng vinden bijvoorbeeld sneller maar gemiddeld eenvoudiger werk, terwijl mensen met vwo meer verdienen. Een andere conclusie: wie lang studeert, blijkt slechter terecht te komen. Net als vorig jaar is studenten ook weer gevraagd wat ze van hun opleiding vinden. En opnieuw is er niet alleen tevredenheid bij studies die het goed doen op de arbeidsmarkt. Na de ergotherapeuten, waarvan 97 procent het nog eens zou willen overdoen en de bouwkundigen (95%) komen namelijk de schilders en beeldhouwers. Ondanks hun matige kans op werk zou 92 procent vanhen opnieuw voor deze studie kiezen. Het meest ontevreden zijn net als vorig jaar de diëtisten (56%).

HOP, Frank Steenkamp

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.