De werkgroep Curriculum Development van de SEFI (Société Europeénne pour la Formation des Ingenieurs) houdt 1, en 2 en 3 november een seminar over 'actief en produktief leren in het hogere ingenieursonderwijs'. Drie dagen lang zullen meer dan honderd deelnemers uit verschillende landen ideeën uitwisselen over geschikte onderwijsvormen voor technische universiteiten.
Het seminar richt zich op docenten die betrokken zijn bij het opleiden van ingenieurs. Volgens emeritus-hoogleraar Warmte- en stromingsleer H.J. van Oort, tevens voorzitter van de werkgroep, is dat aspect een gat in de markt. Docenten aan technische universiteiten hebben lang niet altijd genoeg oog voor de manier waarop ze kennis overdragen, vertelt hij. Vaak zijn ze meer gericht op het doen van onderzoek dan op het geven van onderwijs.
Die stelling onderbouwt hij met eigen ervaring. 'Toen ik hier op de universiteit kwam lesgeven, spuide ik mijn kennis en dat was het dan. Na een tijd ontdekte ik dat deze kennis ook op een aantrekkelijker manier over te brengen was en kreeg ik belangstelling voor didactische onderwijsvormen.' Van Oort is lovend over de nieuwe onderwijsvormen (projectonderwijs, red.) die recentelijk zijn ingevoerd bij Werktuigbouwkunde, Technische Bedrijfskunde, Chemische technologie en Electrotechniek. 'Niet dat de SEFI daar de oorzaak van is, maar op de achtergrond hebben we wel een ondersteunende rol gespeeld.'
Na een succesvol seminar in Denemarken in 1993, aan de UT de eer om dit SEFI-congres te organiseren. Er staan 52 sprekers op het programma die het onderwerp allemaal vanuit hun eigen invalshoek zullen belichten. Deelnemers kunnen ook meedoen aan workhops over probleemgestuurd onderwijs en projectonderwijs. Op de eerste avond geven UT-studenten die meededen aan de voorrondes van Inventech, een demonstratie van hun projecten. De eerste twee dagen van het seminar vinden plaats op de UT. De derde en laatste dag vindt plaats in Deventer, de stad van mede-organisator Rijkshogeschool IJsselland. Naast Europese deelnemers komen er dit jaar ook mensen uit de Baltische staten en de landen Tsjechië en Slowakije.