Nieuwe bestuursvorm:strategisch belang

| Redactie

Een instellingsstandpunt over het wetsvoorstel voor de modernisering van de universitaire bestuursorganisatie wordt waarschijnlijk pas eind februari 1996 geformuleerd. De universiteitsraad had het College van Bestuur (CvB) in een motie verzocht dit binnen een zo kort mogelijke termijn te doen, maar dat lijkt er niet in te zitten. In de procedure die het College zojuist heeft vastgesteld voor de discussie over en de implementatie van een nieuwe bestuursstructuur, zijn de gespreksronden met de verschillende gremia echter pas eind februari afgerond. Het CvB koppelt een nieuwe bestuurlijke opzet aan een 'strategische herpositionering'.

Voorzitter dr. Nico van Eck van de universiteitsraad is van mening dat het CvB, wat de motie betreft, onvoldoende aan het verzoek van de raad tegemoet komt. Maar volgens hem is dit de uiterste medewerking die van het College te verwachten valt. Overigens is het ook nog maar de vraag of het zal lukken overeenstemming over een instellingsstandpunt te bereiken. De belangen van de U-raad en die van het CvB lijken niet overal te sporen. Het CvB snakt naar slagvaardigheid en wil de komende jaren 'kansen benutten'. Daarvan is nu- onder de vigerende bestuursstruktuur met al te autonome en dominante faculteiten- te weinig sprake, is het algeheel gevoelen binnen het College.

Het wetsvoorstel over de nieuwe universitaire bestuursstructuur wordt waarschijnlijk in januari of februari volgend jaar door de Tweede Kamer behandeld. De nieuwe regels zouden uiterlijk per 1 augustus 1997 van kracht moeten zijn. Komende maanden wordt binnen de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) overleg gevoerd over het wetsvoorstel.

Het College koppelt zoals gezegd een herziening van de bestuurlijke organisatie aan een strategische herpositionering. Die zou noodzakelijk zijn gezien een aantal problemen waar de UT voor staat. Genoemd worden onder meer externe factoren als de tegenvallende instroom, grotere concurrentie om de student en onzekerheden rond de ontwikkeling van de tweede en derde geldstroom. Ook zou de campusformule aan slijtage onderhevig lijken en kampen met een groeiend exploitatietekort. De synergie die het College hoopte te scheppen tussen faculteiten bij het opzetten van enkele nieuwe opleidingen, 'blijkt al jaren in zijn tegendeel te verkeren'.

Deze omstandigheden vormen een nieuwe uitdaging voor de instelling, vervolgt de notitie. 'De strategische discussie gaat niet meer over de vraag hoe de UT mooier en beter kan functioneren, maar over de fundamentele kwestie van continuteit.'

Het daarop volgende stappenplan en tijdschema is summier. Tussen nu en februari 1996 worden conferenties gehouden over de benodigde strategie en basisstructuur met verschillende gremia zoals het College van Decanen, de universiteitsraad en een aantal adviescommissies. In het voorjaar worden dan besluiten over de contouren van de ontwerp-bestuursstructuur genomen en in de zomer over de medezeggenschap- en de communicatiestructuur. Waar welke eindverantwoordelijkheden komen te liggen moet volgens de planning in de herfst 1996 duidelijk zijn. De implementatie van de nieuwe bestuursstructuur zou in het najaar van start moeten gaan en in het voorjaar van 1997 zijn gerealiseerd.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.