Vorige week heerste alom nog onduidelijkheid over de vraag wat tijdens de OPUT-vergadering van 27 september, waarbij ook DC-voorzitter ir. J. Kleintjes en beoogd Liaison Groep-directeur dr.ir. J. van Alsté aanwezig waren, nu precies was afgesproken. Betrokkenen waren er niet zeker van of de instemming van het OPUT met de reorganisatie nu wel of niet was gekoppeld aan een aantal strikte voorwaarden waaraan het CvB voor 5 oktober moest hebben voldaan. OPUT-secretaris E. ter Heijne en ook H. van Egmond van P&O voerden hierover vorige week nog overleg met Franken.
Voor UT-secretaris M. Franken was er vrijdag echter geen vuiltje aan de lucht: 'De reorganisatie is een feit. OPUT en Dienstcommissie zijn met het reorganisatieplan akkoord gegaan. We hebben dus een nieuwe dienst, Liaison Groep, en dat is het belangrijkste nieuws. Er liggen nog een aantal uitvoeringszaken op tafel, maar die zijn een gewone managementverantwoordelijkheid.' Aangezien deze 'uitvoeringszaken' personen betreffen wil Franken er verder niets over zeggen. 'Zeker niet tegen UT-Nieuws.'
Volgens Franken heeft het OPUT zijn instemming met de reorganisatie zonder strikt voorbehoud gegeven. 'Het OPUT had nog wat vragen, en daar heeft men inmiddels antwoord op gekregen. Dat ging echter niet over de reorganisatie zelf, maar over de positie van individuen, waarover ik dus niets wil zeggen. C'est tout.' Tevreden: 'We hebben de reorganisatie in relatief korte tijd rond gekregen. Nu kunnen we met de implementatie beginnen.'
Anders
De verwachting vooraf was dat de OPUT-vergadering nog spannend kon worden. OPUT-lid dr.ir. R. Engmann (ABVA/KABO) verklaarde enkele weken geleden nog dat er 'ernstige bezwaren' leefden bij het OPUT tegen de wijze waarop de reorganisatie werd aangepakt. Engmann sloot toen niet uit dat het OPUT een negatief advies over de reorganisatie zou geven. In dat geval had het CvB een ernstig probleem gehad. Het is dus wat anders gelopen. Van de OPUT-leden was de afgelopen dagen niemand bereikbaar voor commentaar.
De Dienstcommissie had in haar overleg met Franken op 20 september al gecapituleerd. DC-voorzitter Kleintjes: 'De DC is inderdaad met de grootst mogelijke reserve akkoord gegaan, op voorwaarde dat een aantal personele aangelegenheden werden geregeld.' Dit ondanks het feit dat in het schriftelijk DC-advies over de laatste versie van het reorganisatievoorstel nog de nodige kritiek was geuit, gericht op het schrappen van de vier arbeidsplaatsen, het reorganiseren voordat er een deugdelijk business-plan ligt, de cijfers waarop de reorganisatie is gebaseerd, het extern vervullen van een vacature bij BIS, en de topzware organisatie van de dienst.
Kleintjes: 'In ons schriftelijk advies hebben wij als DC ingestemd met het samenvoegen van TRD, CAE en BIS in Liaison Groep, maar niet met de personele consequenties - ontslag/herplaatsing van vier mensen. We hebben op 20 september over onze kritiek met Franken gepraat, maar veel is daar niet uitgekomen. Franken deed vrijwel geen toezeggingen. Ze zei: als de reorganisatie nog langer duurt, kunnen we de tent wel sluiten. En dat was voor deDC aanleiding om dan toch maar door de bocht te gaan.'
Wel hebben DC en OPUT dus een aanvulling op de bestaande afvloeiingsregeling bedongen, waaronder verlenging van het herplaatsingstraject voor drie van de vier medewerkers. Franken: 'Ten aanzien van de overtollige personeelsleden gaan we gewoon de algemene regels volgen, waarbij volop de kans bestaat om deze mensen binnen de UT te herplaatsen. Zes maanden plus de opzegtermijn van drie maanden zijn minimaal gegarandeerd. En via wat extra maatregelen zullen we de mogelijkheden nog wat uitbreiden.'
Alle verdere kritiekpunten uit het DC-advies, die grotendeels door het OPUT waren overgenomen, zijn volgens Franken inmiddels van tafel. Dat geldt onder meer de vragen die het DC-advies stelde bij de geschatte inkomsten van TRD. Het advies knoopte daarbij aan bij een brief van drie met ontslag bedreigde TRD-ers, waaruit zou blijken dat de financiële positie van TRD minder slecht is dan wordt gesuggereerd. Dit vanwege ten onrechte gederfde inkomsten vanuit het 'revolving fund' van de TOP-regeling.
Franken zegt daar achteraf over: 'De DC kon ons niet aangeven waar het over zou moeten gaan en wij konden ontkrachten waar het over zou moeten gaan. Het komt er op neer dat men zich veel meer geld toerekende dan juist is. Het zijn gewoon allemaal foutieve berichten. Het is niet zo dat alle TOP-subsidies naar TRD gaan, dat is maar een heel klein gedeelte.'
Kritiek was er zoals gezegd ook op het feit dat Liaison Groep een topzware organisatie krijgt. Het ging in het DC-advies om het feit 'dat straks meer personen in een leidinggevende en coördinerende functie werkzaam zijn dan als consultant sec.' Franken ontkent dit. 'Er zijn geen tussenlagen gecreëerd. Er zijn wat verschillen in functieomschrijvingen, en daarmee ook een zekere salarisdifferentiatie, maar dat is all in the game.'
Ook de kritiek van DC en OPUT op de door het CvB doorgedrukte overstap van een BB-medewerker naar Liaison Groep is volgens Franken van tafel. DC en OPUT vonden het onjuist dat een vacature bij BIS extern wordt opgevuld terwijl er tegelijkertijd bij TRD mensen uit moeten. Franken: 'De kritiek dat men ter opvulling van de vacature eerst intern had moeten peilen is niet terecht. Er is wel degelijk eerst binnen de organisatie naar een geschikte kandidaat gekeken. Pas toen de vereiste kwaliteit intern niet aanwezig bleek hebben we verder gekeken. Dat zijn de harde feiten.'
