De universiteiten moeten alsnog de mogelijkheid krijgen om een eigen bestuursreglement (charter) op te stellen. Dit schrijven vier voorzitters van universiteitsraden in een brief aan hun collega's.
Het idee is dat minister Ritzen met elke universiteit 'in een soort contractvorm' de bestuursstructuur van de instelling vastlegt. Volgens de vier voorzitters (van de Universiteit Utrecht, de Universiteit van Amsterdam, de Rijksuniversiteit Limburg en de Katholieke Universiteit Brabant) is een eigen bestuursreglement een minimum-voorwaarde voor een universiteitsbestuur om behoorlijk te kunnen functioneren.
Het wetsvoorstel van minister Ritzen dwingt de colleges van bestuur en de universiteitsraden in een contra-produktief keurslijf, meent het viertal. Het doorkruist het evenwicht dat bestuurders en raden in het algemeen met elkaar hebben gevonden.
Begin 1991 kwam minister Ritzen zelf met het idee van een charter voor de universiteiten in een notitie over de toekomst van de bestuursstructuur. Hij trok dat later weer in.
De vier voorzitters zijn ook niet gelukkig met de samenstelling van de toekomstige universiteitsraad, die een medezeggenschapsorgaan wordt. Ritzen wil evenveel zetels voor studenten als personeelsleden. Zo'n raad zal onvoldoende aanzien hebben, schrijven de voorzitters. Nu zitten er twee keer zoveel personeelsleden in als studenten.