Twintig jaar geleden vormden vrouwen met hun aandeel van 4% een uitzondering onder de studenten, althans aan technische universiteiten. Momenteel is hun aandeel opgelopen tot zo'n 20% en zit de groei er nog steeds in. Meisjes doen het bovendien goed in de technische studies; hun studierendement is minstens even hoog als dat van jongens, ze zijn actief en stellen vaker dan jongens de kwaliteit van het onderwijs en de studeerbaarheid van het programma ter discussie.
Dit zijn enkele resultaten van een onderzoek naar studieloopbanen van mannelijke en vrouwelijke studenten aan de TU Delft. Het SCO-Kohnstamm Instituut te Amsterdam voerde het onderzoek, in opdracht van de TUD, uit. Hoewel de Delftse situatie centraal stond, hebben de onderzoekers wel gekeken naar de verhouding jongens/meisjes onder studenten en afgestudeerden van de andere twee technische universiteiten. De verschillen bleken, zeker waar het dezelfde studierichting betrof, minimaal.
'Het studie-aanbod van een universiteit is voor een belangrijk deel bepalend voor het percentage vrouwelijke studenten. Zo zijn studierichtingen als Bouwkunde en Industrieel Ontwerpen duidelijk favoriet bij meisjes: ongeveer een op de drie studenten is vrouw. Harde technische studies als Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde daarentegen zijn minder in trek met slechts 5% meisjes,' aldus Monica Robijns van het SCO-Kohnstamm Instituut.
De nogal eens geuite veronderstelling dat meisjes in het technisch onderwijs lager zouden scoren en harder moeten werken om een gelijk resultaat te bereiken, vindt in het onderzoek geen bevestiging. Verschillen tussen de seksen zijn wel te vinden in de keuzeprocessen tijdens en voorafgaand aan de studie. Zo nemen meisjes de definitieve beslissing om een technische studie te kiezen ongeveer één tot twee jaar later dan jongens, die al op hun vijftiende of zestiende hun studiekeuze maken.
'Uit ons onderzoek is gebleken dat meisjes zich bij hun keuze voor de studie breder oriënteren dan jongens, zij overwegen ook andere (niet-) exacte studierichtingen. Verder blijven meisjes hun studiekeuze meer ter discussie stellen dan jongens; tijdens de verschillende fasen van de studie zeggen meisjes vaker dan jongens te twijfelen over de voortzetting ervan,' aldus Robijns.
Uit het onderzoek blijkt ook dat meisjes opvallen door hun actieve houding. Ze zijn vaker dan jongens te vinden in raden en commissies en stellen zich vaker kritisch op tegenover de didactische kwaliteit van de studie en de interactie tussen docenten en studenten, en studenten onderling.