Snijden in grote hoeveelheid opleidingen

| Redactie

Zal Toegepaste Communicatiewetenschap (TCW) in de wieg overlijden? Volgens minister Ritzen en staatssecretaris Nuis 'is de tijd rijp' om het aantal universitaire opleidingen sterk te reduceren. Er zijn nogal wat opleidingen die 'geen duidelijke binding hebben met het wetenschappelijk onderzoek.' Deze moeten worden opgeheven. De Adviescommissie Onderwijsaanbod vindt dat TCW op de UT daarvan een voo

Zal Toegepaste Communicatiewetenschap (TCW) in de wieg overlijden? Volgens minister Ritzen en staatssecretaris Nuis 'is de tijd rijp' om het aantal universitaire opleidingen sterk te reduceren. Er zijn nogal wat opleidingen die 'geen duidelijke binding hebben met het wetenschappelijk onderzoek.' Deze moeten worden opgeheven. De Adviescommissie Onderwijsaanbod vindt dat TCW op de UT daarvan een voorbeeld is.

De bewindslieden van het ministerie van onderwijs schrijven dit in de definitieve versie van het vertrouwelijke concept-Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP), dat op Prinsjesdag verschijnt. Onderwijsdecaan Egbert Woudstra van TCW reageert met een diepe zucht: 'De opleiding is nog niet gevisiteerd, daarvoor bestaat ze te kort. Dus hoe kan de minister weten of de opleiding voldoende door onderzoek wordt ondersteund?'

'Ik ontken dat TCW door te weinig onderzoek wordt gedragen. Vanuit alle drie de participerende faculteiten is in het verleden reeds aan communicatie-onderzoek gedaan. Wel is het logischerwijze zo dat het onderzoek van TO en BSK nog de sporen draagt van de focus op onderwijs en openbaar bestuur, maar het is wel communicatie-onderzoek.'

Momenteel wordt bovendien gewerkt aan een plan voor onderzoeksstimulering, waarvoor binnenkort een ondersteuningsaanvraag zal worden ingediend. Andere opleidingen die voor opheffing in aanmerking zouden komen zijn onder meer Bedrijfscommunicatie (KU Nijmegen), Economische en Historische studies (Universiteit Utrecht), en Cultuur, Organisatie en Management (Vrije Universiteit).

Geen wijs

Zowel het wetenschappelijk onderwijs als het hoger beroepsonderwijs bieden veel te veel opleidingen aan, vinden Ritzen en Nuis. Het gaat om respectievelijk 261 en 253 studies. Volgens hen kan het bedrijfsleven daar geen wijs uit worden en is deels sprake van een overlap in inhoud. Uniforme naamgeving moet daaraan een einde maken.

Het hbo heeft al voorgesteld om dertig tot vijftig brede opleidingen op te zetten. In overleg met de werkgevers wordt dan 50 tot 70 procent van elk curriculum vastgelegd in de vorm van 'kernkwalificaties'. De sectoren gezondheidszorg en gedrag en maatschappij zijn in het hbo overmatig populair. Daardoor is sprake van 'een hoge mate van onderbenutting', aldus het HOOP. De afgestudeerden werken in te 'lichte' functies en de opleidingen moeten daarom zwaarder worden. Verder wil Ritzen met de paramedische opleidingen afspraken maken over een verkleining van het aantal eerstejaars.

Ook de universiteiten dienen hun vergelijkbare opleidingen volgens het HOOP van dezelfde naam te voorzien. Soms is hun omvang zo klein, dat 'afspraken over taakverdeling niet worden uitgesloten'. Ritzen en Nuis willen zowel de universiteiten als de hogescholen stimuleren om 'te zoeken naar samenwerking, afstemming en taakverdeling per onderwijsgebied en per verzorgingsgebied'.

De bewindslieden vinden ook dat opleidingen in de toekomst minder eerstejaars moeten toelaten als de arbeidsmarkt aan hen geen behoefte heeft. Bovendien klagen de bewindslieden in het HOOP over de lage studielast bij veel opleidingen. Studenten horen jaarlijks 1680 uur te studeren, maar halen dit zelden. Onderzoek aan de Katholieke Universiteit Nijmegen wees in 1994 uit dat bij beleids- en sociale wetenschappen en bij Letteren en Rechten gemiddeld niet meer dan 1218 uur werd gestudeerd. Amsterdamsonderzoek kwam tot vergelijkbare gegevens voor economie.

Ritzen en Nuis concluderen hieruit dat deze opleidingen, zonder verlies van kwaliteit, in drie jaar kunnen worden voltooid. Het zijn kortom goede kandidaten voor de driejarige opleidingen die zij in het wetenschappelijk onderwijs willen promoten en waarvan een kleine groep studenten mag doorstromen naar een tweejarige vervolgopleiding. De universiteit die driejarige opleidingen wil beginnen moet wel kunnen aantonen dat de arbeidsmarkt behoefte heeft aan de afgestudeerden. Ook moeten zij 'een duidelijk wetenschappelijk profiel' hebben om het verschil met het hbo te handhaven.

Onder het mom van een grotere vrijheid worden de universiteiten in het HOOP diverse instrumenten aangereikt om de hun opgelegde bezuiniging (zie kader) te realiseren. In de propaedeuse mogen zij studenten na drie maanden al wegsturen met een bindend advies. Desgewenst mag dat ook op elk moment daarna, dus bijvoorbeeld na vijf, acht of tien maanden. Na de propaedeuse mag een student verwezen worden naar een bepaalde afstudeerrichting, of een bepaald vakkenpakket. Ook de hogescholen mogen dergelijke bindende adviezen geven.

Sneller

Snellere selectie en verwijzing is volgens Ritzen en Nuis dringend nodig. Eén op de drie studenten verlaat het hoger onderwijs zonder diploma. Bovendien duurt het lang voordat de uitvallers ophouden met studeren. De afhakers die in 1988 begonnen, stapten gemiddeld pas na 3,3 jaar op. Een ander middel om te bezuinigen is de 'vrijheid' minder eerstejaars toe te laten. Universitaire opleidingen moeten daar zelf voorstellen voor doen als zij vinden dat de arbeidsmarkt niet gediend is met grote aantallen eerstejaars. Er wordt dan geloot. Komen de universiteiten niet in beweging, dan zal de minister een arbeidsmarktfixus afkondigen, schrijft hij in het HOOP.

De mogelijkheid om driejarige opleidingen te beginnen is volgens Ritzen en Nuis geen middel voor de universiteiten om de kosten te drukken. Zij krijgen hiervoor evenveel geld als voor een vierjarige studie en moeten vervolgens maar zien dat zij daarvan ook de vervolgopleidingen kunnen betalen. Het budget bepaalt dan hoeveel 'excellente studenten' daar worden toegelaten. Vanuit de studentenwereld is woedend gereageerd op het HOOP. De LSVb en het ISO hekelen de vroege selectie in de propaedeuse. Ook verwachten zij dat de tweejarige kopopleiding alleen betaald kan worden door rijke studenten. Volgens de LKvV, de koepel van de studentenverenigingen, zal het bindende studieadvies de nekslag betekenen voor het studentenleven. De LKvV voorspelt een 'dramatische ledendaling' bij de verenigingen.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.