Op de uitlatingen van Krabbendam wenst Janssen - wiens faillissement overigens vorige week in hoger beroep werd vernietigd - niet persoonlijk te reageren. Zijn advocaat mr. E. Kolkman onthult evenwel dat hij Krabbendam inmiddels namens Janssen een brief heeft gestuurd. 'Janssen wil graag weten of Krabbendam in UT-Nieuws juist is geciteerd, en of hij in het bewuste artikel heeft gesproken als faculteitsdecaan of als privé-persoon.'
Volgens Kolkman zullen op basis van het nog niet ontvangen antwoord van Krabbendam gepaste juridische maatregelen worden genomen. 'Indien nodig zullen wij Krabbendam dwingen tot rectificatie.' Over de eventueel gevolgde procedure wil hij nog niets zeggen. 'Het kan een kort geding zijn of een bodemprocedure met eis tot schadevergoeding. Wellicht dat laatste.'
Kolkman noemt Krabbendams uitlatingen 'volstrekt ongepast', 'zeker ook gezien het moment dat ze zijn gedaan'. Daar komt bij dat er zaken zijn gezegd die niet juist zijn, zegt Kolkman. Volgens de raadsman is er niets mis met Janssens functioneren als deeltijdhoogleraar aan de faculteit. 'Er bestaat binnen de faculteit grote tevredenheid over zijn onderwijs, en ook zijn productiviteit is boven het gemiddelde', aldus Kolkman.
Faculteitsdecaan prof.dr. Koos Krabbendam bevestigt desgevraagd dat hij inderdaad een schrijven van Kolkman heeft ontvangen waarin deze namens Janssen om opheldering over zijn uitspraken in UT-Nieuws vraagt. Verder wenst Krabbendam in dit stadium geen commentaar te geven.