Het plan van de Open Universiteit (OU) is uit nood geboren. De Heerlense instelling was door dalende belangstelling voor het eigen `afstandsonderwijs' in een crisis geraakt. Het bestuur van de instelling zag zelf geen uitweg en riep in januari de hulp van de minister in. Ritzen stelde het bestuur op non- actief en wees als interimmanager aan. En deze crisismanager - dr. C. Datema, oud-rector van de Vrije Universiteit - gooit nu in een strategisch plan het roer drastisch om. De OU gaat nu zijn ervaring op het gebied van onderwijsinnovatie aan anderen aanbieden.
Tegelijk sluit het plan - geschreven door crisismanager - prima aan bij de wensen van minister Ritzen. Hij vindt dat de toepassing van informatietechnologie en nieuwe media in het hoger onderwijs stagneert. Door de nieuwe aanpak van de Open Universiteit kunnen die vernieuwingen nu een stevige duw krijgen.
Terwijl de samenwerking de afgelopen jaren maar niet tot stand kwam, gaan nu negen instellingen op korte termijn met de OU een `consortium' vormen voor gezamenlijke onderwijsinnovatie. Het betreft vier universiteiten en drie hogescholen uit ons land, plus twee Vlaamse instellingen. Concreet zijn dat: de universiteiten van Utrecht, Groningen, Rotterdam en Maastricht, hogeschool Windesheim (Zwolle), de HOZN in Eindhoven/Tilburg en de hogeschool van Utrecht, de Katholieke Universiteit Leuven en een nog onbekende Vlaamse hogeschool.
Volgens minister Ritzen is dit pas het begin. Want, zo schrijft hij aan de Kamer: op termijn moet de OU zich ontwikkelen tot dienstverlener 'voor in beginsel alle universiteiten en hogescholen'. De ingrijpende koerswijziging is volgens crisismanager Datema noodzakelijk. Want alleen voor het afstandsonderwijs zou de OU niet lang meer kunnen voortbestaan. Sterker nog: volgens Datema is het `niet uitgesloten' dat het onderwijs van de OU aan tweedekansers in de toekomst wordt overgenomen door andere universiteiten en hogescholen.
