UT grootgebruiker van SURFnet

| Redactie

Medewerkers en studenten van de Universiteit Twente behoren tot de meest intensieve gebruikers van SURFnet, het datanetwerk dat de Nederlandse universiteiten en hogescholen met elkaar verbindt en toegang geeft tot het wereldwijde Internet. Dat blijkt uit een grote telefonische enquête die Surfnet BV dit voorjaar heeft laten houden naar het gebruik van SURFnet bij twaalf universiteiten en vijf hoge

Medewerkers en studenten van de Universiteit Twente behoren tot de meest intensieve gebruikers van SURFnet, het datanetwerk dat de Nederlandse universiteiten en hogescholen met elkaar verbindt en toegang geeft tot het wereldwijde Internet. Dat blijkt uit een grote telefonische enquête die Surfnet BV dit voorjaar heeft laten houden naar het gebruik van SURFnet bij twaalf universiteiten en vijf hogescholen. Het gebruik van e-mail onder studenten is in nog geen vijf jaar tijd spectaculair toegenomen.

Bij elke instelling werden circa honderd medewerkers en studenten geinterviewd. 82 % van de UT-medewerkers gebruikt (via het UTnet) ook SURFnet. Daarmee staat de UT landelijk op een gedeelde eerste plaats, samen met de Landbouwuniversiteit Wageningen. De TU Delft staat derde, de TU Eindhoven negende. Het gemiddeld gebruik bij de universiteiten is 72 %. Bij de studenten staat de TUE met 65 % SURFnet-gebruikers bovenaan, gevolgd door de UT met 60 %. Het landelijk gemiddelde is hier 30 %. Vergeleken met de vorige enquête in 1991 is het gebruik van SURFnet sterk toegenomen en die trend lijkt zich door te zetten. Het HBO is aan een inhaalrace begonnen, zo blijkt ook.

Opmerkelijke resultaten uit het SURFnet-onderzoek (met tussen haakjes de percentages voor de UT):

%68 % van de medewerkers maakt vanuit de eigen computer wel eens contact met andere computers binnen of buiten de instelling (UT: 89 %). Voor studenten geldt dat 30 % een dergelijk contact wel eens maakt (UT: 60 %). Het meest wordt gebruik gemaakt van de bibliotheekcatalogus van de eigen instelling, het instellingsinformatiesysteem en van software op centrale computerservers.

%In 1991 wisselde 20 % van de universitaire medewerkers wel eens electronische post uit met adressen buiten de eigen instelling. Dat percentage is nu bijna verdriedubbeld. Bij het HBO ligt het op 28 %, dus een stuk minder. Met de interne e-mail meegerekend is het gemiddelde bij de universitaire medewerkers 82 % (UT: 91 %).

%Onder studenten is het gebruik van e-mail spectaculair toegenomen. In 1991 was dit 2 % Inmiddels mailt 19 % van de WO- en 9 % van de HBO-studenten extern. Nadat het CIV van de UT vorig jaar alle studenten een Emailbox gaf, gebruikt 67 % van de UT-studenten dit medium, waarvan driekwart ook extern.

%World Wide Web, een relatief nieuwe dienst, wordt landelijk door 35 % van de universitaire medewerkers gebruikt (UT-wetenschappelijk persneel: 66 %,UT-ondersteunend en beheerspersoneel 22 %). Landelijk wordt WWW door 14 % van de WO-studenten en 9 % van de HBO-studenten gebruikt (UT: 45 %). Van de UT-studenten die WWW gebruiken kan 95 % ook de plaatjes zien;

%Het PC-gebruik is volledig doorgedrongen. 96 % van alle ondervraagde universiteitsmedewerkers maken wel eens gebruik van de PC. (UT-WP 98 %, UT-OBP: 100 %).

Vier jaar geleden had 15 % van de studenten thuis een PC. Bij W0- en HBO-studenten ligt dat nu ongeveer gelijk op 82 % (UT: 86 %).

%Studenten van zowel universiteiten (74 %) als hogescholen (87 %) maken het meest gebruik van de centrale computerzalen bij de faculteiten en bij het CIV. Bij de UT is dat slechts 62 %. Volgens het CIV komt dat wellicht door het relatief hoge aantal studenten dat vanuit de thuissituatie met een telefoonmodem kan inloggen. De UT scoort hier 33 % tegen gemiddeld 11 % elders. Hier lijkt volgens het CIV tot uiting te komen dat deze dienst alle UT-studenten de dial-backverbinding aanbiedt zonder abonnementskosten en zelfs met 300 telefoonminuten per kwartaal gratis. De komst van het CAMPUSnet voor studenten, voor Nederland enig in zijn soort, zal dit effect verder versterken, zo verwacht men bij het CIV.

%Voor de aard van de gebruikte applicaties vindt de enquête geen grote verschillen tussen de instellingen. Bij het wetenschappelijk personeel van de UT gebruikt 96 % een tekstverwerker, 30 % een databasepakket, 51 % een spreadsheet, 40 % presentatiesoftware, 68 % programmeertalen, 25 % een statisch pakket en 60 % nog andere toepassingen. Bij het OBP van de UT zijn deze percentages resp. 94, 34, 32, 21, 15, 25 en 60. Bij UT-studenten ligt dit op 86, 14, 36, 18, 60, 11 en 66 %


Het meest in trek bij medewerkers en studenten is de bibliotheekcatalogus. Op deze archieffoto de UB-funktionarissen Van der Meer (aan de pc) en Van Marle.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.