De universitaire lerarenopleiding (ulo) in Leiden is er deze zomer niet in geslaagd alsnog officieel erkend te worden voor het studiejaar 1995/1996. De accrediteringscommissie voor de ulo's, die afgelopen najaar is ingesteld door de vereniging van universiteiten (VSNU), vindt dat Leiden eerst de verplichte samenwerking met de universiteiten van Rotterdam en Delft moet regelen. De ulo in Groningen heeft de herkansing deze zomer wel weten te benutten.
De Rijksuniversiteit Leiden moet voor 1 september een aangepast voorstel voor de lerarenopleiding indienen. Op die datum zal de accrediteringscommissie verslag uitbrengen aan minister Ritzen. Die kan in het uiterste geval beslissen om de subsidie aan niet-erkende ulo's stop te zetten. Leiden heeft zijn hoop nu gevestigd op een uitspraak van een speciaal ingestelde arbitragecommissie, die de problemen met Rotterdam en Delft zo snel mogelijk op moet lossen. De uitspraak van de commissie zal bindend zijn.
De Leidse ulo is de enige die nog geen officiële erkenning heeft weten te bemachtigen. De universiteiten in Utrecht en Amsterdam (UvA en VU) slaagden daar vorig jaar vrij gemakkelijk in. Nijmegen volgde enkele maanden geleden, terwijl Groningen deze zomer alsnog werd erkend. Volgens de accreditatiecommissie is de Groningse ulo er uiteindelijk toch in geslaagd een goed plan te maken voor samenwerking met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. De lerarenopleiding in Eindhoven heeft enkele maanden geleden een voorlopige erkenning weten te bemachtigen.
Het grootste probleem van de meeste ulo's is de verplichte samenwerking met andere universiteiten en hogescholen. Vorig jaar werden daarover in een convenant tussen minister Ritzen en de VSNU bindende afspraken gemaakt. Ook werden afspraken gemaakt over minimale aantallen eerstejaars en onderwijskundige en vakdidactische voorzieningen. Ritzen hoopt op die manier de kwaliteit en efficiëntie van de vaak piepkleine opleidingen te vergroten.