Ondanks eerdere bezwaren vanuit de universiteitsraad en de studentenvakbond SRD wordt het plan, dat uit de hoed van CvB-voorzitter Veltman komt, ook in de definitieve nota Bezuinigings- en stimuleringsmaatregelen opgevoerd. Het College heeft er de komende drie jaar in totaal vijf ton voor gereserveerd. Daarna zou een evaluatie moeten plaatsvinden. Tevens zal worden bekeken of de maatregel kan worden uitgebreid tot mannelijke eerstejaars die van een ingenieursopleiding omzwaaien naar een andere UT-studie.
Goede zaak
Dat het CvB geld reserveert voor de stimulering van het aantal vrouwelijke studenten vindt de ACE een goede zaak. Het huidige plan kan echter leiden tot ongewenste effecten die niet opwegen tegen eventuele positieve effecten. Grootste nadeel van het plan vindt de commissie dat het niet bijdraagt tot het wegnemen van de oorzaken van het omzwaaien van de meisjesstudenten. Sterker nog, de maatregel zou meisjes juist kunnen stimuleren te vertrekken. Als de studieresultaten aan het einde van het eerste jaar op de grens liggen van doorgaan of stoppen, wordt het financieel wel heel aantrekkelijk alsnog een niet-technische studie te kiezen.
Ook emancipatiemedewerkster Helma Vlas, die evenmin formeel om advies is gevraagd, vreest dit effect. Daarom vindt zij dat er minimaal een aantal voorwaarden aan de studiebeurs zouden moeten worden verbonden. 'Bijvoorbeeld dat je wel 70 procent van de studiepunten hebt gehaald en dat met de studentendecaan is gesproken. Het moet wel een weloverwogen beslissing zijn. Een jaartje lanterfanten mag niet worden beloond.'
Jaloezie
Onder medestudenten en docenten zou het vooroordeel kunnen ontstaan dat meisjes die aan een technische studie op de UT beginnen eigenlijk helemaal niet zo nodig hoeven, waardoor ze minder serieus worden genomen. 'Wellicht ontstaat er het beeld van 'daar heb je weer zo'n Veltman-meisje', schrijft de ACE. Daarbij is jaloezie van andere studenten niet ondenkbeeldig. Bovendien vragen zowel de commissie als Vlas zich af of meisjes zich meer dan jongens af laten schrikken door de nieuwe studiefinancieringsplannen. Zij vinden daarom dat daar eerst maar eens onderzoek naar moet worden gedaan.
Daarnaast wijst de ACE er nog op dat de regeling misschien vooral vrouwelijke techniekstudenten naar Twente lokt die anders gewoon in Delft of Eindhoven waren gaan studeren. Dit zou alleen de samenwerking tussen de drie TU's op het gebied van emancipatie op het spel zetten, zonder dat er landelijk meer vrouwelijke techniekstudenten bijkomen.
De ACE komt in haar brief aan het CvB met een tweetal alternatieven voor het plan van Veltman. In plaats van een individuele subsidie aan meisjes die afhaken zou de UT, onder bepaalde voorwaarden, een aanvullende beurs kunnen geven aan vrouwelijke eerstejaars techniekstudenten. Studentes met succesvolle studieresultaten zouden de mogelijkheid moeten krijgen ook voorhet tweede jaar zo'n beurs aan te vragen.
Experiment
Voor een meer structureel resultaat zou het gereserveerde geld kunnen worden besteed aan een experiment met intensieve studiebegeleiding. Dit zou zich in eerste instantie kunnen richten op vrouwelijke studenten, maar kan uiteindelijk voor iedereen profijt opleveren. Want ook onder jongens zijn de studierendementen in het eerste jaar laag en is de uitval hoog.
Vlas verwacht overigens niet dat het plan van Veltman doorgaat. 'Maar op zichzelf vind ik het leuk dat Veltman met zo'n idee komt. Het zet iedereen wel aan het denken en dat is goed.'
De Collegevoorzitter lijkt vooralsnog niet onder de indruk van alle kritiek. 'De voorstellen van de ACE en de SRD zijn erg goed als de meisjes er al zijn. Wij willen ze hiermee binnenkrijgen.' Of het plan voor de studiebeurs doorgaat, laat hij mede afhangen van de universiteiten in Delft en Eindhoven. Deze schijnen het idee op zijn merites te bestuderen.
