Tot peildatum 17 juni 1995 meldde zich 13,3 procent minder kandidaten aan bij de universiteiten dan tot dezelfde datum vorig jaar. De daling in eerstejaars-inschrijvingen bij de universiteiten schommelt al vanaf eind januari tussen de 12 en 14 procent. Bij de hogescholen is wel sprake van een licht herstel in de aanmeldingen. Het verschil ten opzichte van vorig jaar bedraagt nu 10,2 procent. Eerder dit jaar lagen de hogescholen ongeveer 12 procent achter.
De verbeterde cijfers van de hogescholen zijn echter niet toe te wijzen aan het wegstemmen van de prestatiebeurs. Het herstel zette zich al voor die tijd in. Mogelijk hebben de gunstiger cijfers te maken met het feit dat nu tevens de studenten worden meegerekend die eerst een toelatingstoets moesten afleggen. Zulke toetsen worden onder meer afgenomen bij de lerarenopleiding lichamelijke oefening, logopedie, hoger hotelonderwijs en kunstonderwijs. Ook decanen van middelbare scholen hebben weinig gemerkt van een omslag in het denken van hun leerlingen. Volgens L. Leujes van het Rijnlands Lyceum in Oegstgeest hebben veruit de meeste jongeren hun keuze al gemaakt. 'Voor zover ze al begrijpen wat er gaande is nemen ze de maatregelen rond de beurzen voor kennisgeving aan.' Decaan E. van de Laar van het Agnes College in Leiden heeft wel te maken met een vaste groep leerlingen die regelmatig vraagt naar de prestatiebeurs. 'Maar het aantal leerlingen dat beslist om alsnog te gaan studeren zal niet erg groot zijn.' In het wetenschappelijk onderwijs krijgen de Katholieke Universiteit Brabant, de Universiteit Twente en de Technische Universiteit Eindhoven de hardste klappen. Dit studiejaar schreven zich in Eindhoven al veel minder eerstejaars in. Twente is de laatste jaren juist erg populair. Ook de aanmeldingen in Rotterdam, Nijmegen, Amsterdam (UvA) en Wageningen lopen bovengemiddeld terug. Groningen, Utrecht, Delft en vooral Maastricht stevenen daarentegen af op vergroting van hun marktaandeel. De Rijksuniversiteit Limburg zag zijn aandeel dit studiejaar al stevig groeien.