Het Twente Institute for Comparative Education, zoals de naam voluit luidt, is bedoeld als kenniscentrum op het gebied van internationaal onderwijs en onderwijsbeleid. Daaraan is behoefte, meent het College van Bestuur, omdat in veel Europese landen dezelfde onderwijsproblematiek speelt. TWICE moet onderdeel worden van een Europees netwerk van organisaties die informatie uit kunnen wisselen. Benadrukt wordt dat TWICE geen zuivere onderzoeksinstelling wordt. De organisatie vergaart kennis en laat het onderzoek dat daarvoor nodig is uitvoeren door het Twentse Centrum voor Studies van het Hoger Onderwijs Beleid (CSHOB) en de faculteit Toegepaste Onderwijskunde.
Het idee voor TWICE komt uit de koker van het ministerie van Onderwijs, dat bij voorbaat heeft toegezegd 450.000 gulden voor het opstarten van het instituut over te hebben. De UT zal een even groot bedrag bij moeten leggen, waarvan een deel (2,5 ton) wordt verhaald op de begroting van het CSHOB en Toegepaste Onderwijskunde. Dat geld wordt terugverdiend omdat TWICE als gezamenlijk aanspreekpunt voor beide instituten onderzoeksopdrachten binnen moet halen.
Als directeuren worden genoemd prof. dr. T. Plomp (TO) en prof. dr. Th. Popma, rector magnificus van de UT, die samen het zogeheten governing board moeten vormen. De wetenschappelijke leiding (het executive board) komt te liggen bij prof. dr. F. van Vught (CSHOB) en prof. dr. J. Scheerens (wetenschappelijk directeur Onderzoekscentrum Toegepaste Onderwijskunde). TWICE moet een zelfstandig instituut worden, dat onder de vlag vaart van het ministerie.
De kans dat TWICE er in deze vorm komt lijkt klein. De universiteitsraad heeft grote bezwaren tegen de onduidelijke positie die de organisatie inneemt ten opzichte van het CSHOB, TO en het Onderwijskundig Centrum (OC). De KPS-fractie ziet in TWICE niet veel meer dan een façade voor onderzoek dat allang door de UT wordt gedaan. Onzin dus om daar als centrale universiteit twee ton per jaar voor uit te trekken, vindt KPS-raadslid R. van Soest. 'Het is een loket en dat heeft geen zin. In het plan is niet beschreven hoe TWICE een volwaardig onderzoeksinstituut wordt. En dat is wel nodig.'
Van Soest stelt voor dat de universiteit niet twee, maar maximaal één ton financiert en wil de plannen over de zomer heen tillen. Ook de DD-fractie liet tijdens de sectievergadering van afgelopen dinsdag bij monde van raadslid K. de Jonge weten niet te voelen voor het huidige plan. De Jonge zet vraagtekens bij het geld dat de UT in totaal spendeert aan instellingen op het gebied van onderzoek. Op de rol van de u-raad staat immers ook nog het plan het CSHOB enkele tonnen extra toe te delen. 'Als je de allemaal bij elkaar optelt kom je uit op een miljoen extra voor onderwijskundigen die nauwelijks in staat zijn samen te werken. Want daarom is TWICE georganiseerd volgens zo'n ingewikkelde constructie: iedereen moet zijn eigen wil door kunnen zetten.'
Buitenlid ir. K. van Duinen sluit zich bij die kritiek aan. 'Een bestuurstechnisch monstrum' noemt hij de constructie van het gescheiden governing- en executive board dat TWICE moet gaan leiden. Het college zegde eerder toe meer helderheid te verschaffen in de taken en bevoegdheden van de TWICE-top, maar is daar volgens Van Duinen niet in geslaagd. Integendeel. 'Nu hebben we niet alleen twee directeuren, maar ook nog eens een wetenschappelijke leiding vantwee personen. Er is dus geen enkel aanspreekpunt. En dat allemaal voor een doorgeefluik. Dat is een ondernemende universiteit onwaardig.'
Rector prof. dr. ir. Th. Popma gaf tijdens de sectievergadering toe dat 'het uitgroeien van TWICE tot een onderzoeksinstituut inderdaad iets is waar we nog over willen praten.' Maar dat komt later, zegt Popma. Eerst moeten er zaken gedaan worden met het ministerie en daarvoor rest het College nog maar weinig tijd. De vraag is of de u-raad het college die tijd zal gunnen volgende week bij de plenaire vergadering. Raadsvoorzitter dr. N. van Eck: 'Ik vermoed dat dit voorstel niet geheel onbeschadigd blijft.'
