Stroeve start voor mobiliteitsplannen

| Redactie

Voor het 'Stimuleringsplan Mobiliteit en Loopbaanbegeleiding' zijn inmiddels drie projecten uitgekozen. Bij financieel administratieve functies, binnen de Dienst Campus Voorzieningen (DCV) en bij technische functies zal worden bekeken in hoeverre een vergroting van de mobiliteit van personeel mogelijk is. Die drie projecten zijn boven komen drijven na een inventarisatie van verschillende adviseurs

Voor het 'Stimuleringsplan Mobiliteit en Loopbaanbegeleiding' zijn inmiddels drie projecten uitgekozen. Bij financieel administratieve functies, binnen de Dienst Campus Voorzieningen (DCV) en bij technische functies zal worden bekeken in hoeverre een vergroting van de mobiliteit van personeel mogelijk is. Die drie projecten zijn boven komen drijven na een inventarisatie van verschillende adviseurs voor personeel en organisatie. Volgens coördinator Harm van Egmond van P&O zijn de eerste reacties bemoedigend, hoewel het volgens hem moeilijk blijkt om betrokkenen ècht warm te krijgen voor meer mobiliteit.

Buiten de universiteit zijn weinig banen. Binnen de organisatie zit de mobiliteit eveneens muurvast. Medewerkers blijven zitten waar ze zitten waardoor er bijna geen ruimte is om van functie te veranderen. En dat terwijl mobiliteit goed is voor de organisatie, vindt Van Egmond. Flexibiliteit en medewerkers die het naar hun zin hebben zijn het gevolg, is zijn ervaring. Het College van Bestuur bleek het met hem eens te zijn en de coördinator heeft tot 1996 de tijd om te zien hoe eventuele plannen aan slaan.

Van Egmond vreest dat die tijd wat kort zal zijn. 'Ik ben teleurgesteld over het tempo, maar dat gaat nu eenmaal niet anders. Het enthousiasme voor mobiliteit van personeel moet langzaam groeien. Ik hoop dat we daar de tijd voor krijgen'. De op handen zijnde bezuinigingen maken de situatie niet gemakkelijker. Van Egmond verwacht dat veel vrijkomende plaatsen binnen de organisatie in eerste instantie met herplaatsingen opgevuld zullen worden. 'Dat zorgt voor het afromen van de beschikbare plaatsen'.

Met de drie organisaties worden op dit moment de eerste gesprekken gevoerd, terwijl tevens een model voor functiewisselingen voor de hele universiteit in de maak is. Bij de financiële clusters zijn de besprekingen het verst gevorderd. Daar zal ieder personeelslid een loopbaangesprek krijgen om te zien of er mobiliteitswensen bestaan en welke dat zijn. Het project bij de technische functies zal zich waarschijnlijk concentreren rond de automatiseerders. Binnen de DCV gaat het om mensen met slijtende functies.

Van Egmond verwacht binnen een half jaar bescheiden resultaten. 'Het is niet gemakkelijk om enthousiasme los te krijgen'. Veel bazen en ook medewerkers blijken een voorstander van mobiliteit, maar zien in de eigen werkkring weinig mogelijkheden, is zijn ervaring. De komende maanden worden, vindt Van Egmond, spannend. Mobiliteit is goed voor de organisatie, vindt Van Egmond, 'maar de UT-cultuur is er niet naar. Het zal nog wel even duren voordat het normaal wordt gevonden dat je eens wat anders wilt'.

GM

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.