Nuis: differentiatie verschilt per sector

| Redactie

De differentiatie in het hoger onderwijs moet vooral aansluiten bij de verschillen tussen de diverse sectoren, zoals kunst, techniek, of gedrag en maatschappij. Universiteiten en hogescholen moeten 'reëele opties' krijgen om verschillende soorten programma's aan te bieden. Zo moet de overheidssubsidie minder afhangen van het aantal studenten. Dat zei staatssecretaris Nuis woensdag 17 mei na afloop

De differentiatie in het hoger onderwijs moet vooral aansluiten bij de verschillen tussen de diverse sectoren, zoals kunst, techniek, of gedrag en maatschappij. Universiteiten en hogescholen moeten 'reëele opties' krijgen om verschillende soorten programma's aan te bieden. Zo moet de overheidssubsidie minder afhangen van het aantal studenten. Dat zei staatssecretaris Nuis woensdag 17 mei na afloop van het zestiende en laatste debat over de toekomst van het hoger onderwijs, het Circus Nuis.

De debatten hebben de staatssecretaris ervan overtuigd dat er langere en kortere opleidingen moeten komen. Maar daarvoor is zeker niet één centrale oplossing mogelijk, zei hij. Eerder denkt Nuis aan differentiatie tussen groepen van opleidingen. Universiteiten en hogescholen krijgen grote vrijheid om zelf de differentiatie in te vullen. Ze moeten wel worden geprikkeld, vindt Nuis. Financieel is het nu niet aantrekkelijk om kortere opleidingen aan te bieden, of opleidingen voor een kleine groep studenten. De relatie tussen het aantal studenten en de overheidssubsidie wordt daarom losser. Meer in het algemeen worden studiefinanciering, collegegeld, bekostiging en onderwijsprogramma's minder strak op elkaar afgestemd.

Ook wil Nuis dat universiteiten en hogescholen wettelijk erkende diploma's kunnen verstrekken voor de korte variant van een opleiding. De overheid bepaalt dan het minimum aantal studiepunten dat een student moet hebben behaald. 'Een optie' voor differentiatie vindt Nuis nog altijd de scheiding tussen basis- en vervolgopleiding.

Met de stelselherziening in het hoger onderwijs moet op termijn 200 miljoen gulden worden bezuinigd. Dat bedrag is volgens Nuis haalbaar, ook omdat het niet alleen van de differentiatie hoeft te komen. Snijden in het aantal opleidingen levert ook geld op. Nuis wil dat er minder, beter herkenbare opleidingen komen 'die voldoende breed van opzet zijn.' Ook het 'sterker adviseren en verwijzen van studenten' kan een deel van de bezuiniging opbrengen, zei Nuis. Studenten worden nog te veel aan hun lot overgelaten, en hebben teveel vrijheid om omwegen te maken.

Nuis herhaalde nog eens dat wat hem betreft de route havo - propedeuse hbo - universiteit wordt afgesloten. De forse daling in het deeltijdonderwijs moet tot staan worden gebracht. De staatssecretaris liet zich lovend uit over dit onderwijs. Hij noemde het 'een zeer aantrekkelijke leerweg', omdat deeltijders leren en werken afwisselen. Dat wordt in de toekomst steeds belangrijker. Talent en motivatie moeten volgens Nuis vaker bepalen welke opleiding een student kan volgen. De selectie in de propedeuse moet scherper worden. Deze selectie wordt niet uniform, maar verschilt per sector, en mogelijk zelfs per universiteit of hogeschool.

Binnen het hoger onderwijs is opgelucht gereageerd op de voorlopige conclusies van staatssecretaris Nuis. Verschillende bestuurders zeiden na afloop van het slotdebat in Maastricht dat zij bang waren geweest dat de staatssecretaris een oplossing zou dicteren, die weinig speelruimte voor eigen ideeën zou bieden. In het Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP), dat op Prinsjesdag verschijnt, zal Nuis definitieve voorstellen doen voor de differentiatie in het hoger onderwijs. Hij komt dan ook met voorstellen voor veranderingen in de bestuursstructuur, bekostiging, en voor aanscherping in de selectie van studenten.

HOP, Pieter Evelein

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.