Voor 1 juli moet de stuurgroep voorstellen doen hoe het onderwijs aan de universiteiten en hogescholen kan worden verbeterd. Daarvoor is een fonds van 500 miljoen gulden ingesteld. De koepelorganisaties van de universiteiten en hogescholen, VSNU en HBO-Raad, weigeren zich echter aan enige afspraak te binden zolang onduidelijk is hoe zij de uitkeringen aan ontslagen personeel (wachtgelden) moeten betalen. Die uitgaven stijgen nog steeds.
Enige tijd geleden gingen VSNU en HBO-Raad er nog vanuit dat zij het geld uit het `studeerbaarheidsfonds' mede konden gebruiken voor uitkeringen aan ontslagen medewerkers. Onder druk van de studentenorganisaties LSVb en ISO besloot minister Ritzen echter dat het fonds geheel moest worden besteed aan `studeerbaarheid'. De universiteiten en hogescholen vinden echter dat er geen bevredigende oplossing is gevonden voor hun financiële problemen.
Deze week riepen de studenten Ritzen ter verantwoording. Zij vinden dat de bewindsman veel te lang treuzelt met zijn voorstel voor een nieuwe bestuursstructuur aan de universiteiten. Dat maakt het moeilijk om in de stuurgroep te praten over andere onderwerpen, zoals het onderwijscontract. Zolang de studenten niet weten welke invloed zij krijgen in het toekomstige bestuur van de universiteiten is voor hen ook niet in te schatten wat ze te zeggen krijgen over de verbetering van de onderwijskwaliteit.
De studentenorganisaties LSVb en ISO vrezen dat de universiteiten aansturen op een vergaande beperking van de inspraak van studenten. De VSNU zou een plan klaar hebben liggen om de huidige universiteitsraad op te splitsen in een studentenraad en een ondernemingsraad. Dat zou betekenen dat studenten niets meer te vertellen hebben over het personeel. De bewindsman heeft de studenten in ieder geval belooft snel uitsluitsel te geven over zijn eigen plannen met de bestuursstructuur. Mocht hij binnenkort niet over de brug komen dan dreigen de studenten de stuurgroep te verlaten.