Met verslagenheid hebben we kennisgenomen van het bericht dat onze collega dr. Jan Geersing op donderdag 18 mei is overleden. Hoewel we al enkele weken wisten dat hij aan een fatale ziekte leed, kwam dit afscheid toch nog erg onverwacht.
Jan kwam op 1 juli 1987 als universitair hoofddocent Arbeids- en Organisatiepsychologie in dienst van de (toenmalige) faculteit Bedrijfskunde. Daarvoor was hij onder meer wetenschappelijk medewerker bij de subfaculteit Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen en directeur van de School Advies en Begeleidings Dienst te Assen. Vanaf 1992 heeft hij de opzet van het methodologieonderwijs binnen de faculteit voor zijn rekening genomen. Hij combineerde dit met het coördinatorschap van het landelijk AIO-netwerk Bedrijfskunde, een taak die hij al sinds 1990 uitoefende. Daarnaast vervulde hij in de periode 1987-1990 de functie van onderzoekdecaan.
Jan had een bijzonder talent voor lesgeven. Liever in interactie met studenten of cursisten dan drie kwartier alleen aan het woord. Hij daagde zijn gehoor graag uit met een prikkelende uitspraak - bijvoorbeeld `organisaties bestaan niet, maar zijn verzinsels van ons' - en wachtte dan op reacties uit de zaal. Daarin vond hij dan weer de aanknopingspunten voor zijn verhaal. Want een verhaal had hij wel. Tuimelend over zijn eigen woorden, gesticulerend met zijn grote handen, probeerde hij anderen enthousiast te maken voor zijn vak. Vaak zichzelf onderbrekend met verwijzingen naar praktijksituaties of zojuist behandelde theorie. Een uitdagende manier van lesgeven, waarin hij probeerde iedereen erbij te betrekken.
Eerstejaars TBK-studenten ingewijd in de beginselen van het bedrijfskundig probleemoplossen, cursisten van TSM-Businessschool vertrouwd gemaakt met thema's als motivatie en leiderschap, en Bedrijfskunde-AIO's geschoold in onderzoeksmethodologie. Allen zullen zich Jan herinneren als een gedreven docent die hen warm maakte voor de psychologie en de methodologie. Veel promovendi hadden in hem een zeer geïnteresseerde en toegewijde begeleider, die altijd weer bereid was naar nieuwe wegen en mogelijkheden te zoeken. Typerend was daarbij zijn opmerking `maar dat is leuk hoor!' Wetenschappelijk onderzoek was voor Jan een ambacht waarbij integriteit en methodische gedisciplineerdheid voorop stonden.
We zullen ons Jan blijven herinneren als een fijne collega, als een goede vriend en als een mens met gevoel voor humor. We zijn ons er van bewust dat Jan het binnen de faculteit de laatste jaren niet altijd gemakkelijk heeft gehad, mede door een verandering in functie. Buiten de faculteit vond hij vooral zijn arbeidsvreugde als leermeester van bedrijfskundige AIO's. Met al degenen die hem hebben gekend zijn we dankbaar voor alles wat hij ons heeft geleerd en meegegeven.
We wensen zijn vrouw Clari en zijn kinderen veel kracht en moed bij het verwerken van dit zware verlies.
Namens de faculteit Technische Bedrijfskunde: Olaf Fisscher, Jan Kees Looise, Willem van Woerden