Patstelling sociaal statuut

| Redactie

Er komt op korte termijn waarschijnlijk geen nieuw sociaal statuut voor de UT. De vakbonden kunnen zich niet vinden in de voorstellen van het College van Bestuur; zowel de bepaling dat gedwongen ontslag mogelijk wordt aan de UT als de richtlijn dat de bonden in de toekomst nog slechts 'marginaal getoetst' worden bij reorganisaties stuit de bonden, verenigd in het OPUT, tegen de borst.

Het OPUT blijft bij zijn standpunt dat ontslag alleen kan volgen wanneer daarover wordt overlegd met de bonden. Bovendien wil de bonden het nieuwe statuut voor een termijn van twee jaar laten gelden. Het CvB wees deze voorstellen onlangs af. De kans dat de vakbonden deze week, tijdens een ingelaste OPUT-vergadering, op een lijn komen met het CvB wordt klein geacht.

Het oude statuut, waarin de sociale gevolgen van reorganisaties geregeld worden, loopt deze week af. Het College van Bestuur heeft inmiddels een concept op tafel gelegd, waarin onder meer staat dat gedwongen ontslag als gevolg van reorganisatie mogelijk moet zijn. Tot dusverre waren UT-personeelsleden nog gevrijwaard van gedwongen baanverlies. De bonden zetten alles op alles om die passage alsnog uit het nieuwe statuut te schrappen. Ze vinden de maatregel onnodig, omdat volgens hen best te praten valt over gedwongen ontslag, maar dan wel in overleg.

De patstelling in de onderhandelingen betekent dat de UT met ingang van 1 mei niet meer over een eigen statuut beschikt. Volgens mr. R. van Doorn van de Dienst Personeel en Organisatie vallen alle personeelsleden van de UT vanaf die datum onder het Rechtspositie Reglement Wetenschappelijk Onderwijs (RRWO). Hierin staat dat gedwongen ontslag mogelijk is. Dat betekent wel dat over elk ontslag individueel met de vakbonden onderhandeld zal moeten worden. In het uiterste geval kan het CvB hiervoor een beroep doen op een arbitrage-commissie, maar collegevoorzitter prof. dr. ir. B. Veltman liet tijdens de raadsvergadering van afgelopen dinsdag doorschemeren dat dat te veel tijd kost.

Komt er geen nieuw statuut - Veltman zei dat 'met vrij grote zekerheid' te kunnen voorspellen - dan zal het College voor zolang dat nodig is 'handelen volgens de geest van het voorgestelde concept-plan', aldus Veltman in de U-raad.

De UR heeft inmiddels wel ingestemd met de inhoud van het concept-statuut. Een motie van de KPS-fractie om af te zien van de behandeling van het nieuwe reglement in de raad werd verworpen. De fractie - in eerste instantie gesteund door de DD-raadsleden - vindt het merkwaardig dat de U-raad een mening moet geven over een plan waarover College en OPUT nog geen overeenstemming hebben bereikt. Volgens de raadsleden is door het CvB de indruk gewekt dat het nieuwe statuut op een oor na geveld was. Een aantal van hen voelde zich hierdoor 'gebruikt' door het College: met het ja-woord van de raad staat het CvB immers sterker bij de onderhandelingen met de bonden.

'De U-raad heeft alleen een toetsende functie achteraf', verwoordde KPS-lid G. Meijer de bezwaren. 'Om nu een mening te ventileren gaat te ver. Het college en het OPUT hebben ieder een eigen verantwoordelijkheid om tot een resultaat te komen. Pas dan kan de raad bekijken of ze daarmee in kan stemmen.'

Veltman haastte zich te melden dat het niet de opzet van het CvB was een prematuur raadsstandpunt te gebruiken als wapen in de onderhandelingen met het OPUT. 'Ik sta perplex. Omdat het huidige statuut bijna afloopt moesten we snel het u-raadsstandpunt weten. Het is absoluut onze bedoeling niet de raad te bruskeren.' De DD-fractie en de buitenleden aanvaarden die lezing, de KPS blijft bij haar standpunt.

Op de vraag van DD-raadslid K. de Jonge of het gedwongen ontslag het enige strijdpunt tussen bonden en college van bestuur is, antwoordde Veltmanbevestigend. Dat valt echter nog te bezien. Naast de nieuwe ontslagregeling stelt het CvB ook voor de zogeheten reorganisatie-code te veranderen. De huidige procedure (opgedeeld in vijf fasen) zou verkort moeten worden tot drie fasen. Om de besluitvorming te versnellen staat in het concept-statuut ook dat de vakbonden bij een reorganisatie nog slechts 'marginaal getoetst' mogen worden. Het OPUT heeft hierover officieel nog geen standpunt ingenomen, maar volgens ing. H. Tattje van de vakbond Abva-Kabo zal over dat laatste nog flink gepraat moeten worden. De bond wil de zekerheid dat mochten de dienstcommissies er niet uit komen, het OPUT toch nog enige invloed op de reorganisaties kan uitoefenen.

De richtlijnen van het nieuwe sociaal statuut zijn voor de bonden van cruciaal belang. De Twentse universiteit gaat een tijd tegemoet van bezuinigingen en onvermijdelijke reorganisaties. Dat daarbij in elk geval enkele tientallen banen zullen verdwijnen is zo goed als zeker. De vakbonden doen er nu alles aan hun stem in het komende reorganisatiegewoel niet te verliezen.

Hoeveel banen er precies verloren zullen gaan is niet bekend. De minister van Onderwijs eist van de UT een bezuiniging van zes miljoen gulden. Dat bedrag loopt als gevolg van de wachtgelden die de universiteit moet gaan betalen (als gevolg van ontsagen) op tot minstens acht miljoen. Een groot deel van dat geld moet al volgend jaar worden gevonden. Uitgaande van dat bedrag is te berekenen dat de komende jaren minstens vijfentwintig arbeidsplaatsen moeten verdwijnen. Binnen de universiteit werkt een commissie (Task Force genoemd) aan het uitwerken van de bezuinigingsplannen. De eerste voorstellen bereiken begin mei het CvB en eind mei de U-raad.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.