De U-raad ombouwen tot een ondernemingsraad en een raad van toezicht, met desnoods een studentenraad: De Jonge vindt het maar niks. 'Ik ben van mening dat bestuur en beheer zoveel mogelijk een eenheid moeten vormen. Het uitsplitsen van bevoegdheden in allerlei organen leidt ertoe dat het CvB kan doen en laten wat het wil, want al die verschillende organen hebben tegenstrijdige belangen. Het is beter met elkaar te werken dan in verschillende gremia.'
Daarbij vindt hij het belangrijk dat de U-raad niet wordt gedegradeerd tot een adviserende club. 'Als je een orgaan zijn bevoegdheden afneemt kun je het beter opheffen. Dat leidt alleen maar tot praten en frustratie. De opleidingscommissies functioneren bijvoorbeeld zo goed omdat studenten bevoegdheden hebben en dus mede-verantwoordelijkheid dragen.'
Gewogen
Juist het feit dat in de U-raad zowel wetenschappelijk als ondersteunend personeel en studenten zitten, leidt volgens hem tot een gewogen besluitvorming. De raad moet daarom ook niet te klein zijn, anders is er het gevaar van 'enge belangenbehartiging' van de eigen faculteit of dienst. Om dezelfde reden is hij er voorstander van dat KPS en DD elkaar in balans houden: 'Als onze fractie er nu iets door wil krijgen, moeten wij KPS-leden of buitenleden overtuigen. Zo word je dus gedwongen tot een openbare discussie.' Hoewel, zo geeft hij toe, in de praktijk beide partijen het in 80 tot 90 procent van de voorstellen eens zijn.
Dat een ondernemende, vernieuwende universiteit een slagvaardig bestuur nodig heeft onderschrijft hij. Maar, constateert hij, er gebeurt in Twente veel: 'Enkele jaren geleden hadden wij tien studierichtingen en twee onderzoeksinstituten. Nu zijn dat er respectievelijk 13 en acht. Men kan de U-raad dus geen besluiteloosheid verwijten. Het kost wel meer tijd, maar dat verdien je terug in de uitvoering omdat het besluit beter is doordacht en het draagvlak, de acceptatie, groter is.'
Moeite
Het College komt wekelijks bij elkaar, telt slechts drie leden en is dus in staat snel besluiten te nemen. 'De raad heeft daar soms moeite mee. In dat geval wordt College teruggestuurd om met een beter voorstel te komen.' Als geslaagde voorbeelden van dit ingrijpen noemt hij de besluiten over het financieringsmodel van de universiteit en de bestuursstructuur van de campus.
De U-raad moet echter niet op de stoel van het CvB gaan zitten, meent De Jonge. 'In principe is het CvB beleidsvoorbereidend. De raad kan eventueel amenderen en af en toe zelf een klein voorstel doen. Het gaat erom het College uit te dagen met goede voorstellen te komen. Als iedereen maar wat indient wordt het ook niks.'
Karel de Jonge
