De UT verplicht zich volgens artikel zes van het in september 1994 door het CvB getekende memorandum ervoor te zorgen dat haar personeelsleden zich bij de gezamenlijke activiteiten in Indonesië niet bezighouden met 'politieke zaken' of met activiteiten buiten het samenwerkingsprogramma om, zonder voorafgaande expliciete toestemming van de Indonesische regering.
De gewraakte politieke clausule stond niet in de oorspronkelijke samenwerkingsovereenkomst (Co-operation Agreement) tussen UT en ITB zoals die in mei vorig jaar door de U-Raad werd goedgekeurd. Het nieuwe MOU bevat daarnaast ook niet langer de passage uit de eerste overeenkomst volgens welke de beide partijen overeenkomen zich bij hun culturele missie te zullen houden aan de bepalingen van het Handvest van de Verenigde Naties (dat onder meer handelt over de universele rechten van de mens).
De U-raad kreeg het nieuwe MOU onlangs van het CvB toegestuurd met het oog op de bespreking van enkele internationale samenwerkingsovereenkomsten. Rector Popma bood dinsdag de U-Raad zijn excuses aan voor de gang van zaken. Hij gaf toe dat hij de raad vorig jaar al had moeten informeren over de nieuwe overeenkomst. 'Het was eleganter geweest dit verhaal al in september naar voren te brengen. Mijn verontschuldigingen.'
Aan Popma's excuses ging een wat verwarrende discussie tussen raad en rector vooraf. De KPS-fractie zei in eerste instantie genoegen te nemen met Popma's verklaring dat het CvB geen keuze had en gezien de situatie gedwongen was de verklaring te ondertekenen. De fractie vroeg zich wel af waarom Popma de raad achteraf niet had geïnformeerd over de situatie. De raadsleden waren nu immers bij toeval op het onderwerp gestuit.
De rector zei dat hij er vanuit gaat dat het nieuwe contract tussen Twente en Bandung het oude niet vervangt. 'Hier steekt verder niets achter. Het gehele contract met ITB moet met de U-raad besproken worden en ik moet me verontschuldigen dat de tweede overeenkomst per ongeluk eerder bij u is aangekomen dan de eerste.'
KPS-woordvoerder Heino van Houwelingen bleef het vreemd vinden. 'ITB brengt het stuk als vervanging van het eerste naar voren, al spreken wij dan af het oude te laten gelden. Waarom is niet in september al van deze belangrijke wijziging melding gemaakt?'
Buitenlid ir. K. van Duinen nam met Popma's excuses geen genoegen. Volgens hem is de bedoeling van het CvB met de 'dubbele boekhouding', zoals hij de twee verklaringen noemt, overduidelijk. 'Ik snap het wel. Popma heeft tegen zijn ITB-collega gezegd: laat jij dat tweede stuk zien aan je regering, dan gebruik ik het oorspronkelijke wel. Wat fout gegaan is, is dat het tweede en niet het oorspronkelijke stuk naar de raad is gestuurd.'
Op verzoek van de KPS-fractie werd de vergadering vervolgens geschorst. Tot een motie kwam het echter niet, omdat Popma direct na de schorsing zijn excuses aanbood en de zaak daarmee voor de raad was afgedaan. Men besloot verder gewoon vast te houden aan de officiële eerste overeenkomst. Overigens had de raadsdiscussie alleen betrekking op artikel zes van de overeenkomst. Het schrappen van de Handvest-passage kwam niet ter sprake.
De U-Raad heeft vorig jaar mei in zijn discussie over hernieuwing van de samenwerkingsovereenkomst met ITB expliciet de problematische mensenrechtensituatie in Indonesië betrokken, mede op basis van een advies van de Vakgroep Ontwikkelingskunde. Het CvB legitimeerde verdere samenwerking met ITB destijds mede vanuit de gedachte dat de interuniversitaire contacten een positieve bijdrage kunnen leveren aan de democratisering in Indonesië, en wist daarmee de raad toen over de streep te trekken.
Het ITB verzocht de UT september 1994 om ondertekening van het nieuwe memorandum om te kunnen voldoen aan de eisen die het Indonesische minsterie voor Onderwijs en Cultuur aan internationale academische overeenkomsten zou stellen. De eerdere Co-operation Agreement zou volgens ITB moeten vervallen. Een en ander zou de afwikkeling van een UT-ITB-onderzoeksvoorstel 'Social Construction of Technology in the Indonesian Context' moeten bespoedigen. Jakarta zou dit plan op formele gronden aanhouden.
Het CvB willigde het ITB-verzoek in, zij het met de kanttekening dat het MOU de Co-operation Agreement niet kon vervangen. Het CvB wilde door ondertekening de procedure rond het UT-ITB-onderzoeksvoorstel bespoedigen. Dit in de overweging, zoals het CvB schreef aan de U-raad, dat de voorwaarde zoals gesteld in artikel zes door de Indonesische regering worden opgelegd, maar het 'vrije academische verkeer' niet belemmeren.
Prof.dr.ir. E. van Groesen (TW), nauw betrokken bij de samenwerking met ITB, noemt de hele gang van zaken 'weinig elegant'. Hem was niets bekend over een tweede overeenkomst, noch over het feit dat deze nodig zou zijn voor de afwikkeling van het UT-ITB-onderzoeksvoorstel. Van Groesen was lid van de O&W-stuurgroep voor het 'Indonesië-programma' die 19 september vorig jaar het bewuste proposal diende te beoordelen (en afwees).
Van Groesen: 'Tijdens die vergadering is niet over een memorandum gesproken. Het al dan niet aanwezig zijn van zo'n samenwerkingsovereenkomst is ook nimmer een voorwaarde geweest voor de toekenning van onderzoeksprojecten, en heeft dan ook ook bij de beoordeling van het bewuste voorstel geen enkele rol gespeeld. Dat zou ook van Nederlandse zijde nooit zijn geaccepteerd. Hoe dat aan Indonesische zijde zit kan ik niet beoordelen.'
Wat vindt Van Groesen van de wijzigingen in de hernieuwde overeenkomst? 'Ik vind het vreemd dat een memorandum van de UT en het ITB op de bewuste punten véél verder gaat dan de twee memoranda die Nederland en Indonesië na maart 1992 (start van de nieuwe relatie Nederland-Indonesië na het opzeggen door Indonesië van de Nederlandse ontwikkelingshulp, red.) hebben ondertekend.' Misschien heeft Popma te snel getekend, aldus Van Groesen.
Studentenvakbond SRD heeft inmiddels een protestbrief gestuurd aan het CvB (zie pagina 8). De SRD toont zich 'verontwaardigd' over de gewijzigde nieuwe samenwerkingsovereenkomst. 'De UT heeft een overeenkomst ondertekend die in strijd is met de beginselen van een democratische rechtsstaat. Door ondertekening van deze hernieuwde overeenkomst, steunt de UT impliciet het dictatoriale, militaire regime van Indonesië', aldus de SRD.
De SRD tekent ook bezwaar aan tegen het verzuim van het CvB om de U-raad van de gewijzigde overeenkomst op de hoogte te stellen. De nu door de U-Raad gekozen 'schijnoplossing' is onvoldoende. De studentenvakbond wil dat de hernieuwde overeenkomst ontbonden wordt, en dat de samenwerking met ITB wordt voortgezet op basis van de oorspronkelijke overeenkomst.