Meisjes rekenen beter dankzij nieuwe methode

| Redactie

Steevast toont onderzoek aan dat jongens op school bij rekenen beter presteren dan meisjes. Bij taal liggen de verhoudingen juist omgekeerd. Meisjes blijken echter met de nieuwe 'realistische' rekenmethode Pluspunt hun traditionele achterstand op jongens ongeveer te kunnen halveren. Dat blijkt uit een onderzoek van Rien Steen, datamanager en methodoloog bij het Onderzoek Centrum Toegepaste Onderwijskunde (OCTO) naar de scores van 924 leerlingen van 64 scholen bij de CITO-eindtoets basisonderwijs.

De door de Bossche uitgeverij Malmberg ontwikkelde methode Pluspunt, een zogenaamde 'realistische' rekenmethode, werd vier jaar geleden geïntroduceerd en draait inmiddels op zo'n 1200 basisscholen. De eerste generatie leerlingen die destijds met de methode van start ging heeft in februari vorig jaar inmiddels de CITO-eindtoets basisonderwijs gemaakt.

Daarom verzocht de uitgever OCTO-onderzoeker Rien Steen om op basis van die CITO-toets te onderzoeken hoe de nieuwe rekenmethode nu scoort in vergelijking met andere methoden. Een aanvullende tweede onderzoeksvraag was in hoeverre er in de scores verschillen zijn tussen jongens en meisjes. De resultaten van de steekproef noemt Steen 'behoorlijk opvallend'.

Het blijkt dat meisjes die Pluspunt hebben gehad op sommige rekenonderdelen ('basisdomeinen') beter scoren dan meisjes die een andere methode hebben gebruikt. Significant is dat met name voor het onderdeel 'basiskennis van getallen'. Meisjes die Pluspunt hebben gehad scoren hier gemiddeld 71,6 procent goed gemaakte opgaven. Meisjes zonder Pluspunt scoren echter maar 66,8 procent. Jongens scoren op dit onderdeel 75,4 procent.

Ook bij het onderdeel 'bewerkingen' zijn de resultaten opvallend. Meisjes die Pluspunt hebben gehad maken hier 78,6 procent van de opgaven goed, meisjes zonder Pluspunt 74,9 procent. Jongens 76,4 procent. Op andere onderdelen, zoals 'hoofdrekenen', 'breuken, percentages en verhoudingen' en 'meten, meetkunde, tijd en geld' was de vooruitgang minder groot.

Bezien over alle onderdelen signaleert Steen een duidelijk, zij het nog niet 'significant', verschil in de gemiddelde score voor rekenen tussen meisjes die wel, en meisjes die niet met Pluspunt hebben gewerkt. Ook voor jongens bleek zo'n verschil aantoonbaar, maar minder sterk.

Steen waagt zich niet aan verklaringen voor zijn resultaten. 'Ik ben geen inhoudelijk deskundige, het is niet mijn vak om hier een verklaring voor te geven.' De aangenaam verraste uitgeverij vermoedt echter dat de aanschouwelijke opzet van de Pluspuntmethode er mee te maken heeft.

Volgens de uitgeverij wordt in de methode bij de presentatie van vraagstukken rekening gehouden met de 'belevingswereld' van meisjes door voor hen 'herkenbare' zaken te introduceren, zoals het lezen van een boek of situaties in winkels of op de boerderij. Daarnaast ruimt de methode grote plaats in voor het zelfstandig werken aan opgaven. Op de basisschool blijken meisjes het in zo'n situatie vaak beter te doen dan jongens.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.