De Tweede Kamer gaat niet zonder slag of stoot akkoord met het wetsvoorstel voor de modernisering van de universitaire bestuursstructuur. De VVD staat positief tegenover het voorstel, maar met name het CDA en ook regeringspartij PvdA hebben nog veel vragen.
Dat blijkt uit de schriftelijke vragen over het wetsvoorstel 'MUB', die de fracties in de Tweede Kamer vandaag moesten inleveren. Het wetsvoorstel houdt een beperking van de zeggenschap van gekozen faculteits- en universiteitsraden in, geeft colleges van bestuur meer bevoegdheden en voert een raad van toezicht in die tussen de minister van onderwijs en de universiteiten komt te staan. De meeste twijfels heeft het CDA. 'Uit gesprekken met bestuurders van universiteiten is mij gebleken dat veel wijzigingen van de bestuursstructuur nuttig en nodig zijn', zegt woordvoerder A. Lansink. 'Maar ook de aardige aspecten van de radenstructuur verdwijnen nu.'
Lansink wil zoeken naar manieren om méér medezeggenschap van studenten en personeel 'overeind te houden' dan nu in het wetsvoorstel gebeurt. Dat kan volgens het CDA onder meer door studenten en personeel invloed te geven op de benoeming van een of twee leden van de raad van toezicht. De VVD en de PvdA gaan op dit laatste punt minder ver. M. de Vries van de VVD kan zich voorstellen dat de universiteit een profiel mag opstellen voor de leden van de raad van toezicht, zoals gemeenten dat ook voor hun burgemeester doen. Maar rechtstreekse invloed op de benoeming gaat haar te ver. W. van Gelder (PvdA) gaat niet verder dan dat de universiteitsraad 'gehoord' moet worden, voordat tot een benoeming wordt overgegaan.
Volgens Van Gelder is de verhouding tussen de minister en de universiteiten met invoering van de raad van toezicht 'niet helder' vastgelegd. De raad moet het toezicht op de universiteit, dat nu door de minister wordt uitgeoefend, overnemen; maar, zegt Van Gelder, 'het is niet duidelijk aan de hand van welke criteria de raad dat toezicht moet uitoefenen en vervolgens verantwoording aan de minister moet afleggen.'