De Technische Universiteit Delft, de Haagse Hogeschool, de Hogeschool Rotterdam & Omstreken en de Technische Hogeschool Rijswijk stemmen hun propaedeuse werktuigbouwkunde naar vorm en inhoud voortaan op elkaar af. Dit meldt de voorlichtingsdienst van de TUD.
Met ingang van het nieuwe studiejaar 1996-1997, vanaf september, komen er in de Randstad flexibele eerstejaarsprogramma's werktuigbouwkunde voor zowel het hoger beroeps als het wetenschappelijk onderwijs. De vier werktuigkundige opleidingsinstellingen hebben daartoe vorige week in Delft een intentieverklaring ondertekend.
De overeenkomst tussen wo en hbo leidt vanaf september 1996 tot concrete voordelen voor VWO-leerlingen. Zo biedt het convenant studenten bij beide typen onderwijs goede, wederzijdse doorstroommogelijkheden: universitaire eerstejaars kunnen - bij gebleken betere geschiktheid - terecht bij omliggende HBO-instellingen in Rotterdam en Den Haag en studenten van technische hogescholen kunnen, als dat bij nader inzien toch beter bij hen zou passen, overstappen naar de academische opleiding in Delft.
De TU Delft en de drie TH's van Rijswijk, Den Haag en Rotterdam willen op deze manier 'verspilling' van VWO-talent en daarmee verdere 'uitval' bij de studie werktuigbouwkunde tegengaan. Volgens de vier opleidingen is dat ook in het belang van de Nederlandse economie, gezien de (grote) vraag naar werktuigkundige ingenieurs en de achterblijvende belangstelling voor technische studies.
De nieuwe, flexibele propaedeuse lijkt een uitkomst voor schoolverlatende VWO'ers die twijfelen tussen een studie aan een universiteit of hogeschool omdat ze de verschillen tussen beide onvoldoende voor ogen hebben. Het flexibele werktuigkundige eerste jaar is het enige onderwijsprogramma in Nederland dat VWO-scholieren de mogelijkheden biedt om op grond van persoonlijke ervaringen een keuze te maken tussen een HBO- of WO-opleiding. De studies worden zodanig ingericht dat na een half jaar in de propaedeuse een probleemloze overstap mogelijk is naar de andere onderwijssoort, zonder tijdverlies of financiële gevolgen voor de student.
