In het UT-Nieuws van 22 februari j.l. wordt melding gemaakt van een conflict tussen het OCTO en het LBA. In dezelfde aankondiging van dit conflict wordt tevens aandacht gevraagd voor de faculteitsraadsvergadering van Toegepaste Onderwijskunde van 21 februari j.l. waarin het beleidsplan van het OCTO aan de orde kwam. In het bericht heet het: 'De raad maakt zich zorgen over de 'slechte inbedding' van het OCTO binnen de faculteit. Ook stelt zij, gezien de onzekere toekomst, kritische vragen bij de 'defensieve strategie' die het OCTO ontplooit.'
Over het conflict met het LBA wensen wij ons niet uit te laten, daarover moet nog overleg gevoerd worden. Wel hechten wij aan een nuancering van de mededeling uit de faculteitsraad. Het doet naar onze mening de lange discussie geen goed recht deze af te doen met opmerkingen over de slechte inbedding en over de defensieve strategie van OCTO.
Er is inderdaad lang gediscussieerd over het OCTO. Maar van een slechte inbedding werd slechts door één raadslid gesproken, en dan ook nog in een korte interruptie. Wel werd er door de raadsleden de uitdrukkelijke wens uitgesproken van een nauwere samenwerking tussen OCTO en de vakgroepen in de faculteit.
De defensieve strategie van het OCTO doet zonder nadere toelichting vreemd aan. Het gaat niet aan om in een beleidsplan ferme uitspraken te doen die als offensief kunnen worden gekenmerkt en die vervolgens na een half jaar ingehaald zijn door de werkelijke ontwikkelingen. Vanzelfsprekend dienen na aanvaarding van een beleidsplan nadere concretiseringen in overleg met vakgroepen en OCTO-medewerkers plaats te vinden. Daar waar een defensieve strategie door de argeloze lezer kan worden uitgelegd als een behoudende en weinig op de toekomst gerichte strategie, was hier juist sprake van een terecht behoudende en naar de toekomst toe realistische strategie waar de faculteitsraad waardering voor kon opbrengen.