Afgestudeerden van eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen worden minder vaak werkloos en komen vaker terecht in het onderwijs. Van alle studenten die in de jaren 1992 en 1993 de lerarenopleiding verlieten, vond 64 procent een baan in het voortgezet onderwijs. Twee jaar eerder was dat nog 59 procent.
Dit blijkt uit het derde onderzoek van het Leidse Research voor Beleid onder afgestudeerden van lerarenopleidingen. Dit onderzoek moet actuele informatie geven over de arbeidsmarkt voor leraren. Ruim 5000 afgestudeerden zijn telefonisch geênqueteerd. Omdat vooral in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs de werkgelegenheid goed is, vinden de `eerstegraads' afgestudeerden van universitaire lerarenopleidingen vaker een lesbaan dan mensen van de hbo-opleidingen. Ongeveer tachtig procent van de universitaire opgeleide leraren werkt in het onderwijs, tegen 63 procent van de hbo-ers. Voor beide groepen is dit vijf procent meer dan in het onderzoek van twee jaar geleden. Met name bij de vakken economie, wiskunde, natuurkunde, technische vakken en klassieke talen is de werkgelegenheid goed. Degenen die buiten het onderwijs werken zijn met name afgestudeerd in de vakken mechanische techniek, techniek, bouwkunde of expressievakken. Bij laatstgenoemde komt overigens ook de meeste werkeloosheid voor. De totale werkloosheid onder jonge leraren is sinds het onderzoek van twee jaar geleden gedaald van 15 naar 12 procent.