Tempobeurs treft weinig UT-studenten

| Redactie

De tempobeurs heeft vorig jaar de meeste slachtoffers gemaakt bij de grote universiteiten in de Randstad. In Amsterdam (UvA) zag ruim 8 procent van de studenten de beurs in een lening omgezet worden; maar ook in Leiden en Rotterdam lag dat percentage boven de zeven. Eindhoven en Wageningen telden de minste slachtoffers: het percentage lag daar rond de 3, met op de derde plaats de UT met 3,9%.

Zoals al eerder bekend werd, haalde in het hele hoger onderwijs vorig jaar gemiddeld 5 procent van de studenten de temponorm van 10 studiepunten niet; dat was vrijwel gelijk aan vorig studiejaar. Bij de universiteiten was er echter een toename van het aantal `slachtoffers', van zes naar bijna zeven procent.

Uit een uitsplitsing per instelling blijkt nu dat er per stad forse verschillen zijn. De kleine instellingen in het zuiden en oosten van het land tellen namelijk veel minder slachtoffers van de tempobeurs dan de grote universiteiten in de Randstad. De genoemde percentages betreffen alle studenten waarvan de beurs is omgezet in een lening. Tegen die beslissing kon men nog bezwaar aantekenen; de uiteindelijke aantallen kunnen dus iets lager liggen.

De percentages van hoog naar laag: UvA A'dam 8.18%; Leiden 7.61%; R'dam 7.19%; Tilburg 6.43%; VU A'dam 6.25%; TU Delft 6.23%; Utrecht 5.72%; Groningen 5.35%; Maastricht 4.36%; Nijmegen 4.12%; UT 3.97%; Wageningen 3.19% en TU Eindhoven 2.95%.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.