Er wordt hard gewerkt op de projectkamers in de toren van het WB-gebouw. Groepen eerstejaars studenten buigen zich er over het ontwerp van een dakconstuctie voor het nog te bouwen Arke-stadion nabij station Enschede-Drienerlo. Alleen of in kleine groepjes werken ze aan het vakwerk, de beweegbare delen, de aandrijving of de constructiemeting.
Die projectopdracht is niet mis want er komt veel kijken bij zo'n ontwerp. Ook met een groep van acht studenten is het flink aanpakken, al hebben ze het hele tweede trimester de tijd. Zeseneenhalve studiepunt kunnen de studenten krijgen voor een degelijk projectverslag. Dat betekent wel dat er ook nog enkele vakken in de vorm van traditionele hoor- en werkcolleges moeten worden gevolgd, maar de aandacht gaat vooral uit naar de projectopdracht.
De reguliere vakken bieden in principe de basiskennis waarmee de studenten aan de slag moeten. Alle andere informatie moet en ze verder zelf vergaren bij docenten of in de bibliotheek. 'Het onderdeel balken van het vak stijfheid en sterkte hadden we echter vorige week al nodig', meldt Naomi, waarmee ze aangeeft dat de reguliere vakken niet altijd parallel lopen met het project. Maar dat leidt niet tot onoverkomelijke bezwaren.
Eisen
De onderlinge samenwerking stelt zijn eisen. 'Het project gaat voor', vertelt Loes. 'Wie zich niet genoeg voor het project inzet krijgt zijn groepsgenoten op zijn dak. Je moet blijven studeren'. Er wordt dus een groot beroep gedaan op sociale vaardigheden, want met z'n achten moet je het als groep wel zien vol te houden en ook nog zien te presteren onder een zekere druk.
'Daarbij komt dat je vaak met acht verschillende meningen te maken hebt en dan moet je toch besluiten nemen', vult Martijn aan. Zijn groep had verder het probleem dat ze hun 'tutor' slechts op twee van de acht afspraken hadden getroffen, maar daar was inmiddels een oplossing voor gevonden.
Voor een aantal eerstejaars is het projectonderwijs een reden geweest om in Enschede te komen studeren, anderen kozen juist om die reden WB en geen andere technische studie. Een vergelijking met andere vormen van onderwijs blijkt echter moeilijk omdat de studenten niet anders kennen.
Eerstejaarscoördinator H. ter Steege is positief over de nieuwe onderwijsvorm. 'De stof komt meerdere keren terug. Zo krijg je een cyclisch proces waardoor de stof kan beklijven'. Hij ziet dat studenten meer tijd aan hun studie gaan besteden en dat daardoor de motivatie voor die studie toeneemt.
Afgehaakt
Projectonderwijs geeft veel sneller een beeld van de studie dan traditionelere onderwijsvormen. Daardoor weten studenten eerder of ze de goede studiehebben gekozen. Van de 160 studenten die in augustus zijn begonnen zijn er inmiddels zo'n 25 afgehaakt. Dat aantal zal mogelijk nog toenemen in de loop van dit jaar. 'We hebben het beste met onze studenten voor, maar bij sommigen zie je gewoon dat ze op een HTS beter op hun plaats zijn. Voor die groep hebben we dan ook goed contact met de Hogeschool Enschede', aldus Ter Steege.
Onderwijscommissaris Marco Simons van studievereniging Isaac Newton behoorde tot de eerste lichting die kennis maakte met het nieuwe projectonderwijs. 'Je leert echt in het diepe te duiken en zelf oplossingen te zoeken voor problemen', zegt Simons. Intussen wordt hij bij Isaac Newton geconfronteerd met de andere kant van de medaille: het blijkt voor studenten moeilijk om projectonderwijs met het uitoefenen van een bestuursfunctie te combineren.
Ook voor de docenten is er veel veranderd met de komst van het projectonderwijs. 'De taak van een groepsbegeleider is heel wat anders dan de taak van een vakdocent. Je moet als begeleider alert zijn en zo nodig bijsturen. Ook moet je de studenten leren goede afspraken te maken. De ene docent pikt zoiets sneller op dan de andere. Ook voor ons is het een leerproces', zegt Ter Steege, zelf tutor is van twee groepen tweedejaars. Een moeilijk punt lijkt nog de beoordeling van groepsopdrachten, maar daar wordt aan gewerkt, aldus Ter Steege.