De ministers Ritzen, Wijers en Jorritsma willen de vijf grote technologische instituten (gti's) niet opsplitsen. De Adviescommissie voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) had dit eerder geadviseerd.
Het commerciële en fundamenteel-wetenschappelijke onderzoek van de gti's moeten van elkaar gescheiden worden. Dat adviseerde de AWT het kabinet in maart. Het fundamenteel onderzoek lijdt volgens de AWT namelijk onder de commerciële activiteiten van de gti's. Ook het bedrijfsleven wil een duidelijke scheiding: dat de gti's jaarlijks 120 miljoen gulden van de overheid krijgen en tegelijkertijd `de markt op gaan', is de bedrijven een doorn in het oog.
Maar de drie ministers zien niets in een opsplitsing van de gti's. Het is volgens hen goed mogelijk om een goede balans te vinden tussen fundamenteel en commercieel onderzoek. Daarnaast blijkt volgens het kabinet uit andere onderzoeken dat het bedrijfsleven best tevreden is over de gti's.
Hiermee verzet het kabinet zich voor de tweede keer in korte tijd tegen een advies van de AWT. Eerder werd ook het AWT-plan afgeschoten om de subsidie aan TNO fors te verminderen. Overigens beslist een volgend kabinet pas definief over het AWT-voorstel.
De vijf gti's zijn: het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium in Amsterdam, het Energieonderzoek Centrum Nederland in Petten, het Waterloopkundig Laboratorium in Delft, Grondmechanica Delft en het Maritiem Research
Instituut Nederland in Wageningen.
HOP
