OV-kaart: Onderzoeken of de kaart omgezet kan worden in een chiptrajectkaart. Dus alleen vrij reizen van en naar de universiteit.
Studiebeurs: Hogere aanvullende beurs en lagere basisbeurs zodat overheidsgeld vooral terecht komt bij studenten met arme ouders. Stapelen van vakken voor de prestatienorm is toegestaan. Geen grens bij 27 jaar.
Studieschuld: Studeren is investeren in jezelf op kosten van de samenleving. Het is helemaal niet zo gek dat je later daarvoor een deel van je inkomen inlevert.
Ouderbijdrage: Ouders 'aansporen' om financieel aan de studie van hun kinderen bij te dragen.
CDA
OV-kaart: Moet blijven.
Studiebeurs: Geen verhoging van de basisbeurs. Temponorm aanvullen met een persoonlijke beoordeling van studiebegeleider of decaan. De beurs wordt studietijd plus een jaar. Maar aan het eind moet meer geleend worden. Tot 25 jaar moet je kunnen beginnen met studeren. De 27-jaarsgrens afschaffen.
Studieschuld: Lenen aantrekkelijker maken.
Ouderbijdrage: Inkomen van de ouders is bepalend voor de hoogte van de beurs.
VVD
OV-kaart: Afschaffen en vrijkomend geld toevoegen aan basisbeurs.
Studiebeurs: Basisbeurs niet afhankelijk van leeftijd maar van opleiding. Het onderwijssysteem moet flexibeler worden. Meer mogelijkheden voor afspraken tussen student en instelling over inrichting en duur studie.
Studieschuld: Geen afwijkend standpunt.
Ouderbijdrage: Handhaving van het ouderonafhankelijke stelsel.
Bijzonderheden: De inflatie van titels door de grote hoeveelheid studenten die afstuderen moet stoppen. Strengere selectie aan de poort van hogeschool of universiteit kan daarvoor zorgen.
D66
OV-kaart: Moet blijven bestaan. Ook voor nieuwe studenten.
Studiebeurs: De basisbeurs moet omhoog en koppelen aan uitkeringen. Voor de onderwijskosten kunnen studenten geld lenen. Studenten dienen elk jaar minimaal 28 studiepunten te halen. Alleen de verhouding tussen beurshoogte en studieprestatie moet redelijk blijven. Afschaffen 27-jaarsgrens.
Studieschuld: Aanvullende beurzen mogen niet als lening worden verstrekt.
Ouderbijdrage: Ook zonder ouderlijke steun moeten studenten kunnen studeren. De studiefinanciering dient daar rekening mee te houden.
Bijzonderheden: Het collegegeld voor populaire studies moet omhoog, dat van niet populaire (techniek) omlaag.
GroenLinks
OV-kaart: Moet blijven.
Studiebeurs: Studenten hebben honderd gulden per maand meer nodig. Beurs bestaat uit deel van levensonderhoud (gerelateerd aan uitkeringen) ouders (afhankelijk van inkomen) en een renteloze lening.
Studieschuld: Alleen studenten die minder dan de helft van hun studie halen betalen rente over hun studieschuld. De rest niet. Die schuld terugbetalen via een soort belasting.
Ouderbijdrage: Verplichte inkomensafhankelijk ouderlijke bijdrage tot 21 jaar. Na 21 renteloos lenen.
Bijzonderheden: De lesprogramma's van universiteiten en hogescholen beter op elkaar afstemmen. Dat leidt tot één stelsel van hoger onderwijs met drie paden: het beroepsonderwijs, algemeen academisch en specifiek academisch.
SP
OV-kaart: Moet op z'n minst blijven
Studiebeurs: Gratis onderwijs. Gratis boeken en leermiddelen. Studenten krijgen studieloon op bijstandsniveau. Dat niveau moet met 50 procent omhoog.
Studieschuld: Lening is niet meer nodig.
Ouderbijdrage: Door studieloon niet meer noodzakelijk.
RPF
Afschaffen prestatiebeurs, handhaven tempobeurs. Onderscheid tussen hogere en lagere inkomens. Aflossen studieschuld ook door het doen van gemeenschapstaken. Vergelijkbaar met vervangende dienstplicht.
GPV
Collegegeld en Basisbeurs vervangen door beurs die afhankelijk is van het inkomen van de ouders. Rekening houden met draagkracht ouders en het aantal kinderen. Tempobeurs houden. Tempobeurs vervangen door bindend studieadvies.
SGP
Studiefinanciering als lening die gift wordt als driekwart van de tentamens is gehaald of wanneer inkomen van ouders niet toereikend is. Student dient deel zelf te betalen. Aflossen schuld afhankelijk van inkomen na afstuderen. Handhaven OV-kaart.
