Echt opgetreden hadden ze pas één keer eerder: in de voorrondes. Desondanks schreven Martijn Hulst en Jelle de Bruijn het zesde studentencabaretfestival van Zwolle op hun naam. In de finale, eind maart in de Zwolse schouwburg Odeon, versloegen zij het duo Daafit & Dinant en de solist Reinaert Hulleman. 'We zijn blij en verbaasd', zegt het komisch tweetal, dat pas sinds september met cabaret bezig is.
Eigenlijk kan het niet. Zonder een greintje ervaring een cabaretfestival winnen. Martijn Hulst (21) en Jelle de Bruijn (22), beide TCW-studenten, deden het toch. In twee weekenden schreven zij twintig minuten 'klinklare onzin' bij elkaar, en meldden zich aan voor het Zwolse studentencabaretfestival. Om te oefenen. De voorronde fungeerde als try-out en première tegelijkertijd, de finale werd een bijzonder vroeg hoogtepunt in hun loopbaan: Hulst en De Bruijn kregen de jury- én de publieksprijs.
Het programma bevat geen boodschap, geen politiek, geen actualiteit, en weinig grove sex. Wel veel onzin, onversneden gein, en een rode draad. 'Alleen zorgen we ervoor dat die laatste onzichtbaar blijft voor het publiek', zegt Hulst. De jury roemde de ogenschijnlijke spontaniteit van de voordracht, het ongekunstelde karakter ervan. 'Men vergeleek ons met de Vliegende Panters. En daarmee valt te leven'.
Zwolle is geen Leiden of Groningen, maar zeker niet het minste studentencabaretfestival in Nederland. 'In de finale', vertelt De Bruijn, 'moesten we het opnemen tegen twee beproefde acts, Daafit & Dinant en Reinaert Hulleman. Hulleman behaalde eerder een tweede plaats op het Gronings cabaretfestival, Daafit & Dinant stonden in de finale van Studenttalent, het programma van RTL5.
De Bruijn bleef destijds nog speciaal thuis voor die uitzending. 'Tot aan de finale zagen we onszelf meer als fans van Daafit & Dinant, dan als collega's', zegt hij. En zo is het eigenlijk begonnen: Hulst en De Bruijn zijn echte cabaretliefhebbers, jarenlang bezochten zij zo vaak mogelijk het theater. Vaak schoten ze na de voorstelling de cabaretier aan voor een gesprek over het vak. 'Theo Maassen, Hans Teeuwen, Lebbis en Jansen', somt Hulst op. 'Met de laatsten hebben we ook nu nog een aardig contact.
Op goed moment dachten ze: dit kunnen we zelf ook. De twee gaven zich op voor de cabaretklas van Contramime, de kleinkunstvereniging van de UT. Onder leiding van een regiseur werkten zij hun eerste grappen. De Bruijn wilde altijd al het toneel op, voor Hulst lag dat anders. 'Jelle heeft mij enthousiast gemaakt. Een jaar geleden had ik eigenlijk nog nooit aan optreden gedacht.'
De eerste kennismaking smaakte in ieder geval naar meer. In Zwolle zijn Hulst en De Bruijn geboekt voor de HBO-introdag, 13 mei spelen ze hun succesprogramma voor UT-publiek. En stiekem denkt het duo aan het cabaretfestival van Groningen. 'De voorrondes van dat festival zijn zonder publiek', zegt De Bruijn. 'Je speelt voor een gerenommeerde vakjury, die feedback geeft in de vorm van een uitvoerig rapport. Haal je de finale, dan krijg je hulp van een professionele regiseur. Dat lijkt ons wel wat.'
De Zwolse jury ried het duo aan ook in Rotterdam en Amsterdam mee te dingen. 'Camerette en het Kleinkunstfestival', zucht De Bruijn, 'het lijkt zo hoog gegrepen. Volgens mij gaan we binnenkort een keer plat op ons bek.' Hulst: 'Maar natuurlijk gaan we verder. Als je eenmaal weet hoe het voelt, een lachende zaal, wil je meer. Want om de lach doe je het allemaal.'
