Het metaalonderzoek in Nederland krijgt een flinke impuls door de aankoop van een zeer geavanceerde elektronenmicroscoop. Hij staat sinds kort in Groningen, maar ook wetenschappers van de drie tu's kunnen er mee aan de slag. Metaaldeskundigen kunnen nu eindelijk processen bekijken bij
temperaturen van vijftienhonderd graden Celsius.
Na Boston is Groningen de tweede universiteit ter wereld waar een environmental scanning electron microscope van dit kaliber staat. De grootste vooruitgang van de nieuwe esem-microscoop is dat men er processen tot een temperatuur van 1500 graden celsius mee kan bestuderen. In het verleden kon
het resultaat van warmtebehandelingen alleen na afloop onder
de microscoop gelegd worden.
'Dit is heel belangrijk voor het metaalonderzoek in Nederland', zegt de Groningse technisch-fysicus prof.dr.J. de Hosson over de nieuwe FEG-ESEM-XL30. Het apparaat van meer dan een miljoen gulden is betaald door het
nieuwe technologische topinstituut NIMR (Netherlands
Institute for Metals Research). Microscopen die werken volgens het esem-principe bestaan al langer. Maar tot nog toe hadden alleen biologen en medische wetenschappers er wat aan, omdat de resolutie veel te laag was. Doordat Philips een zogenaamd field emission gun (FEG) heeft toegevoegd, kan men met een esem nu veel kleinere details zien.
De Hosson denkt dat vooral het onderzoek naar korrelgrensstructuren van metalen flinke vooruitgang zal boeken. Metalen worden sterker als hun van nature chaotische oppervlak een meer geordende structuur krijgt. Wetenschappers krijgen nu zicht op de verandering van dit grensvlak tijdens verhitting.
Verder heeft het onderzoek naar coatings baat bij het nieuwe apparaat. Hetzelfde geldt voor het corrosie-onderzoek dat vooral in Delft plaatsvindt. Bij hoge temperaturen 'roesten' metalen namelijk veel sneller.
Het apparaat is naar verwachting over tien jaar al weer verouderd. Dat maakt het tot een vrij dure investering. Dat De Hosson de microscoop toch snel kon aanschaffen, is volgens hem te danken aan het nieuwe top-instituut. 'Via de eerste of tweede geldstroom was ik minstens drie jaar kwijt geweest. Nu duurde het nog geen half jaar.'