Het onderwijs krijgt er van de partijen weliswaar veel geld bij. Maar tegelijkertijd moet het onderwijs meebetalen aan de bezuinigingen die de programma's voor de overheid als geheel in petto hebben. Per saldo blijft er volgens de notitie bij de VVD niet meer dan 100 miljoen gulden over, bij D66 en CDA respectievelijk 300 en 600 miljoen. De PvdA haalt netto nog
een miljard voor onderwijs.
Het beschikbare geld zal volgens de verkiezingsprogramma's vooral in het basis- en voortgezet onderwijs terechtkomen. Het hoger onderwijs krijgt niets extra's, maar moet wel bijdragen aan de algemene bezuinigingen. Als de programma's uitgevoerd worden, kan dat de hogescholen en universiteiten honderden miljoenen kosten.
Minister Ritzen maakt zich 'grote zorgen' over de gevolgen van de verkiezingsprogramma's. Alleen al voor het uitvoeren van de bestaande plannen voor kleinere klassen in het basisonderwijs en computeronderwijs is in de volgende kabinetsperiode 1,3 miljard nodig. Ritzen vindt niet dat het hoger onderwijs daarvoor moet opdraaien. Bezuinigingen op het hoger onderwijs
noemt hij 'bij de huidige economische ontwikkelingen niet te verdedigen'.