Eerbetoon aan onbekende soldaat Henk Wierenga

| Redactie

Vergetelheid - meer valt er doorgaans niet te oogsten op de velden van eer. 'De mestvaalt van de geschiedenis', zegt Ab Gellekink (56) liever. De studentendecaan gaf aan de hand van honderdveertig vergeten brieven gezicht aan één onbekende soldaat. Zijn boek Hallo, hallo, hier zijn we weer... is een eerbetoon aan Nederlands-Indiëganger Henk Wieringa.

Peter Buwalda

Nederlands-Indië, 13 Mei 1949. Vrijdag de 13de. Drie Nederlandse dienstplichtigen, sinds 1946 gelegerd op Java, rijden in een bevoorradingswagen van het dorp Wangoeredja naar het veertig kilometer verderop gelegen Poerwakarta. De drie kunnen de route, die als zeer rustig bekend staat, wel dromen.

Halverwege ziet de chauffeur dat er bomen over de weg liggen. 'Foute boel', roept hij tegen de soldaat naast hem. Hij krijgt gelijk: het blijkt een hinderlaag. Onafhankelijkheidsstrijders - 'extremisten' in koloniale spraak - openen het vuur vanuit de alang alang langs de zandweg. De chauffeur talmt niet, schakelt terug en dendert plankgas over de versperring heen.

Hij en de bewaker achterin komen met de schrik vrij. De bijrijder incasseert echter de volle laag en wordt op verschillende plaatsen getroffen. Zijn collega's vervoeren hem naar het veldhospitaal in Poerwakarta, waar de ongelukkige aan zijn verwondingen overlijdt, 23 jaar oud.

De jongen, geboren en getogen in Enschede, heet Henk Wieringa en lijkt - net als een kleine 100.000 lotgenoten ten gevolge van de politionele acties - rijp voor de vergetelheid. Nu ja, zijn ouders zullen hem gedenken, een handvol broers en zusters, de beste van z'n vrienden, en of ze willen of niet: de jongens van dat laatste uur.

Maar alles slijt. 45 Jaar na zijn dood, het is 1993, staat een schoonzus van Wieringa op het punt een schoenendoos met honderdveertig brieven bij het oud papier te zetten: tijdens zijn verblijf in Nederlands-Indië correspondeerde Wieringa met ijzeren regelmaat met zijn familie. 'Niemand die d'r meer naar om kijkt,' zegt de schoonzus met de schoenendoos.

Ze heeft het tegen Ab Gellekink, studentendecaan van de Universiteit Twente - voor haar iemand uit de buurt die ooit in het bestuur van Sportclub Enschede zat. 'Ze tipte me voor ander oud papier', herinnert Gellekink zich. 'Wat vergeelde jaargangen van het clubblad, maar mijn werkelijke interesse ging onmiddelijk uit naar de inhoud van die schoenendoos.' 'Neem maar mee', zegt de schoonzus.

Gellekink, van huis uit historicus, betrekt een weekend lang zijn studeerkamer en leest. Hij neemt kennis van de laatste drie jaren van het leven van soldaat Wieringa, die op z'n twintigste ingescheept wordt voor de Oost. Terwijl Nederland zich verwikkelt in een kwalijke koloniale oorlog, vertellen Henks brieven het verhaal van een soldaat op wacht: drie jaar lang gebeurt er op de bases waar hij gestationeerd wordt hoegenaamd niets - op de noodlottige hinderlaag na.

Maar de brieven vertellen ook het verhaal van een eenvoudige Twentse knaap die onder het juk van een dominante vader leefde, nooit eerder de zee zag, en plotseling aan andere kant van de wereld belandt. Gellekink: 'Tijdens het lezen raakte ik in de ban van dat leven. Honderdveertig brieven vol wel en wee - ik leerde die jongen echt kennen, maakte zijn ontwikkeling door. Hij moet sympatiek zijn geweest, eenvoudig, maar droogkomisch. Henk werd een goede bekende van me, een broer bijna.'

Maar een broer die abrupt het loodje legt. 'In de laatste brief is ernatuurlijk nog geen vuiltje aan de lucht', vertelt Gellekink. 'Henk heeft het over voetbal en badminton. Het volgende wat de familie ontvangt is het overlijdensbericht.' Ook dat vindt hij in de schoenendoos. Maar daarna stokt de informatie.

Zes jaar later ligt er het boek. Hallo, hallo, hier zijn we weer... kan met recht een biografie worden genoemd: behalve dat Gellekink ruimschoots uit de brieven bloemleest, schetst hij Wieringa's jeugd en oorlogsjaren, en geeft hij in een apart hoofdstuk de politieke achtergronden van het Nederlands-Indiëdrama. De fatale bevoorradingsrit - waarover Henk logischerwijze niet meer kon berichten - reconstrueert hij met filmische nauwkeurigheid.

De hoeveelheid archiefmateriaal die Gellekink opdiepte is indrukwekkend: kiekjes van Wieringa in de Oost, portretten van zijn vrienden, locaties uit zijn jeugd, krantenknipsels over inschepingen, uitslagen van Sportclub Enschede, een fotoreportage van de militaire teraardebestelling. Hoe overbrugde de auteur die halve eeuw?

Gellekink: 'Met een flinke dosis geluk. Henk zou dit jaar 74 zijn geworden. Ik besefte: áls je nog getuigen wil spreken, dan moet je vaart maken.' De biograaf had de wind in de rug: zowel de chauffeur als de bewaker die Wieringa's stervensuren meemaakten - Joop Drost en Ger Teeuw - bleken in leven én bereid om te praten. Henks jeugd- en boezemvriend Adrie Busschers was traceerbaar en leverde een schat aan informatie.

Wieringa's levensloop was kort, maar bovengemiddeld dramatisch, zo blijkt uit boek en brieven. 'In zekere zin was hij een tragische held', beaamt Gellekink. En dus dankbaar voor een biograaf. Neem de navrante liefdesgeschiedenis tussen Henk en het Chinese meisje Lily, waaraan de auteur een apart hoofdstuk wijdt.

'Henk raakt op goed moment verliefd op de dochter uit een welgestelde Chinese familie. De liefde komt van twee kanten, de jongen is kind aan huis bij het gezin. Op een dag zit er een oudere Chinese heer in de huiskamer. Henk kent hem niet. De man blijkt Lily's aanstaande echtgenoot: het meisje was reeds uitgehuwelijkt. De jongen is er kapot van.'

Het huwelijk wordt binnen een mum van tijd voltrokken. Het boek toont een feestelijke foto van bruid en bruidegom, omringd door intimi. Links achter staat de 23-jarige Henk Wieringa.

Ab Gellekink, Hallo, hallo, hier zijn we weer...; Henk Wieringa in Nederlands-Indië (1946-1949). Uitgegeven in eigen beheer, % 28,50.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.