Studenten laten in tweede jaar studietempo zakken

| Redactie

Opleidingen die ervoor willen zorgen dat hun studenten snel afstuderen, moeten vooral tweedejaars in de gaten houden. Die laten het er nogal eens bij zitten. Dat zegt Dinand Webbink in een proefschrift waarop hij deze week promoveerde. De Amsterdamse econoom werkte jarenlang mee aan enquêtes voor het ministerie van Onderwijs naar het studiegedrag van studenten. In zijn proefschrift onderwerpt hij

Opleidingen die ervoor willen zorgen dat hun studenten snel afstuderen, moeten vooral tweedejaars in de gaten houden. Die laten het er nogal eens bij zitten.

Dat zegt Dinand Webbink in een proefschrift waarop hij deze week promoveerde. De Amsterdamse econoom werkte jarenlang mee aan enquêtes voor het ministerie van Onderwijs naar het studiegedrag van studenten. In zijn proefschrift onderwerpt hij de cijfers nog eens aan een nadere studie.

Eerstejaars houden het tempo er nog goed in, blijkt uit Webbinks cijfers. Opgejut door het beursregime en door de dreiging van een negatief studie-advies aan het eind van de propedeuse, besteden zij vrij veel tijd aan hun studie.

Maar als zij de deadlines van het eerste jaar eenmaal gehaald hebben, vinden veel studenten het kennelijk tijd om even uit te blazen. Want in het tweede jaar zakt het aantal uren dat zij gemiddeld aan hun studie besteden in. Webbink denkt daarom dat de duur van de gehele studie teruggebracht kan worden als opleidingen speciaal aandacht geven aan het studiegedrag van tweedejaars.

Ook bij eerstejaars valt nog wel winst te behalen. De tijd die zij aan hun studie besteden, loopt nogal uiteen. Er wordt weliswaar hard gewerkt bij geneeskunde, techniek en bij bèta-studies. Maar studenten in andere vakken houden veel meer tijd over. Zij studeren tot twaalf uur per week minder dan hun collega's in de `harde' studies.

Overigens worden alleen geneeskunde-studenten na hun afstuderen betaald voor hun inspanningen. Maar in het algemeen leveren de meest eisende studies niet de hoogste opbrengsten op de arbeidsmarkt op. Bèta- en techniek-studenten steken boven anderen uit in aanleg en werken harder, vat Webbink samen, maar het loon dat ze later verdienen, ligt gelijk of onder het gemiddelde.

HOP

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.