'Laat CvB er voor zorgen dat we blijven meedoen in de biofysica'

| Redactie

De decaan gaat, de professor blijft. TN'er Jan Greve keert na zes jaar terug naar zijn leerstoel biofysische technieken. Het CvB neemt afscheid van een eigenwijze facultaire bestuurder die zich op centraal niveau graag liet gelden. Jan Greve (60) geldt als eigenwijs en koppig. Maar ook als een man die zijn vele meningen onderbouwt zoals een aannemer een huis. Sinds de MUB, de wet modernisering van

De decaan gaat, de professor blijft. TN'er Jan Greve keert na zes jaar terug naar zijn leerstoel biofysische technieken. Het CvB neemt afscheid van een eigenwijze facultaire bestuurder die zich op centraal niveau graag liet gelden.

Jan Greve (60) geldt als eigenwijs en koppig. Maar ook als een man die zijn vele meningen onderbouwt zoals een aannemer een huis. Sinds de MUB, de wet modernisering van het universitair bestuur, zat hij met zijn collegadecanen in het Managementteam - 'een adviesraad van het college', in zijn eigen woorden.

En advies heeft hij gegeven, de afgelopen jaren. De clustering - Greve was voorstander, om niet te zeggen een hardliner. 'Maak er twee grote faculteiten van', bepleitte hij. 'Stel twee superdecanen aan, één voor de techniek en één voor de maatschappijwetenschappen. Laat ze tegenspel bieden aan het college.'

De clustering ging niet door, zijn superdecanen kwamen er niet. Een gemiste kans, vindt Greve nog steeds. In zijn bureaula ligt zijn plan. 'Als het nodig is, trek ik het zo tevoorschijn.' Toen kwam de kanteling. Het plan om onderzoeksinstituten als MESA+, TIM en CTIT los te koppelen van de faculteiten en direct onder het college te scharen.

Greve: 'Eindeloze deliberaties. Kantelen, terugkantelen, toch weer kantelen. Maar ik heb steeds gezegd: kantelen hoort bij clusteren. Dus als je voor het één kiest, kies dan ook voor het andere.' Volgens collega's typeert het de bestuurder Greve. Eigenzinnig, blijven argumenteren. 'Jan', sprak Frans van Vught tijdens de afscheidsreceptie, 'soms werden we moe van je.'

Misschien schaterlacht Greve het daarom uit op de vraag of hij 'genoemd' wordt. Gevraagd: vijf nieuwe collegeleden. Of hij al bij de telefoon zit. 'Nee hoor', gnuift hij, - ik denk ook niet dat ze bellen. Ze zullen zich daar aan de weg wel twee keer bedenken.'

Dan serieus: 'Ik hoef niet zo nodig in het college. Ik ga lekker terug naar mijn leerstoel, onderzoek doen, de groep op poten zetten, stimuleren, activeren, coördineren.' Als terugtredend decaan maakt hij plaats voor Jos de Smit, de oud-rector en oud-decaan van TW, die als eerste niet-fysicus de scepter bij TN zal zwaaien.

Wat treft De Smit aan? 'Een organisatorisch goed doortimmerde faculteit', zegt Greve, 'die zichzelf de laatste jaren succesvol heeft verjongd.' Jong talent als Lohse, Kelly, Briels, Verhaegen, Boller. De decaan definieerde na zijn aantreden een drietal zwaartepunten - optica, materiaalkunde, en vloeistoffysica - waaromheen de faculteit zijn onderwijs en onderzoek zou centreren.

Bovendien stelde hij als eerste een opleidingsdirecteur aan - Cock Blom. 'Een verantwoordelijke man voor onderwijs, dat leek ons goed.' De andere faculteiten zouden dra volgen. Ironisch genoeg stapte dezelfde Blom een paar maanden geleden op. 'Een vervelende zaak', zegt Greve, 'die ik me me als decaan zeer zeker aantrek.'

'Ik heb grote waardering voor zijn sterke punten. Blom heeft TN binnen de universiteit op de kaart gezet, had goede ideeën, werkte hard om ze te verwezenlijken. Maar goed, er zijn spanningen geweest. Voor zijn persoonlijk optreden ben ik niet verantwoordelijk. Wel trek ik het me aan dat Blom en ik niet iedereen op één lijn hebben gekregen.'

Geen lijken in de kast voor De Smit - of het moet de bijna gehalveerdeinstroom zijn. 'Niet zo prettig', geeft Greve toe. 'Maar', verdedigt hij zich, 'de trend is landelijk. Men heeft minder zin in zware, technische studies. Klassieke disciplines als natuurkunde, wiskunde en scheikunde moeten opboksen tegen bijvoorbeeld informatica.'

Greve keert dus terug naar zijn leerstoel - dat heet: echt weg is hij nooit geweest. Dat heeft niet in de laatste plaats te maken met de gezondheidsproblemen van zijn destijds beoogde opvolger. Professor Bart de Grooth, de biofysicus die Greves groep zou gaan leiden, is ernstig ziek. 'Bijzonder triest', aldus Greve. 'Hij was de aangewezen persoon. Het valt niet mee om in ons specialisme een goede trekker te vinden.'

Noodgedwongen hield Greve ten tijde van zijn decanaat een bovengemiddeld grote leerstoel overeind. Als 'deeltijdhoogleraar' promootte hij de afgelopen vijf jaar, na zijn TN-collega Rogalla, de meeste promovendi. Greve: 'En vakliteratuur bijhouden natuurlijk. Het eerste jaar gaat dat prima. Het tweede lukt het nog nét. Het derde is een ramp. Tegen die tijd ben je veranderd in administratieve tijger.'

Van rustig afbouwen in de faculteit zal geen sprake zijn. Greve loopt nog steeds warm voor het onderzoek. 'Het klinkt misschien als een cliché, maar de biofysica heeft de toekomst. Het is DNA vóór en DNA na tegenwoordig. Wij hebben hier een optisch pincet ontwikkeld waarmee je aan zo'n DNA-streng kunt trekken als aan een elastiekje. Prachtig, en gezien de maatschappelijke ontwikkeling ongelofelijk belangrijk.'

Op de valreep: 'Mag ik het college van bestuur iets adviseren? Zorg dat we blijven meedoen in de biofysica. Trek toppers aan, creëer een infrastructuur, stop het in een speerpunt. Anders missen we de boot - ik weet het zeker.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.