Dit is een week van paradoxen. De VS gooit bommen op Afghanistan, maar ook jam en pindakaas. Het college van bestuur begraaft strijdbijlen, maar ook vredespijpen. De UT goes medical, maar ook juist weer niet.
(Zo'n pot pindakaas kan overigens lelijk aankomen, zeker van zeven kilometer hoogte. Stel dat Bin Laden zo'n afzwaaier van Calvé smeuïg tot op de bodem bovenop z'n tulband krijgt, dan is het 'einde oefening', om maar eens een cliché voor derderangsdeskundigen te gebruiken.)
De haakjes staan er omdat we het gaan hebben over het Medisch Centrum en niet over pindakaas. Ook daarvoor geldt in goed bargoens: einde oefening. Na veertig jaar van permanente zorg op de campus heeft het college van bestuur besloten dat het mooi is geweest. De tandarts en huisartsen kosten al enige jaren geld, en dat kan aan een ondernemende universiteit niet lang goed gaan. Je kunt in het Drienerlo van 2001 beter maar gewoon winst maken, dan dat je aangewezen bent op iets engs als 'draagvlak'. Een stoel heeft draagvlak, en laat u verder niets op de mouw spelden.
De ironie wil dat diezelfde UT voor het eerst in veertig jaar uitzicht heeft op een medische faculteit. De UT goes medical. Het verdient aanbeveling om deze slogan niet in kringen rond het Medisch Centrum ten beste te geven. Zeker niet op olijke toon.
De meest tragische paradox in dezen kwam onlangs uit de mond van een beslisser in het lot van de campusartsen. Hij zeide: 'Het behoort niet tot de kerncompetenties van een universiteit om huisartsen in dienst te hebben. Dat doet geen enkele Nederlandse universiteit.' Veertig jaar geleden was dat precies de reden om ze in dienst te nemen, die huisartsen. Omdat geen enkele andere universiteit dat deed.
Gezond
Nu weten we het wel. De wereld is een brandhaard. Per dag ettelijke uren CNN, Nova, en Netwerk laten niets aan duidelijkheid te wensen over. De kranten doen de rest. En de volgende ochtend is er alweer de wekkerradio. We kennen het hele ABC van atomaire, biologische en chemische dreigingen. We weten precies wat er waar fout kan gaan: alles, overal, en altijd, zo ongeveer.
In Nijmegen promoveerde onlangs iemand in de sociale geneeskunde. Hij onderzocht hoe gezond mensen zich voelen. Juist: voelen. En wat blijkt? Wie zich goed informeert over gezondheidsonderwerpen, gezond leeft en de nodige zelfzorg pleegt, loopt toch geregeld naar de huisarts. En waarom? Om te horen dat hij gezond is, aldus de promovendus.
Maar dat blijkt niet het gewenste effect te hebben. De goed geïnformeerden voelen zich namelijk juist ongezonder dan de categorie niet-weters! En dat komt weer doordat de weters mensen zijn, die sterk streven naar geluk, maar ook bang zijn voor de kwalen die hun geluk kunnen bedreigen.
Terug naar de brandhaard. We zijn goed geïnformeerd (we weten alles over de wereldoorlog tegen het terrorisme), we leven gezond (ver van de VS, de Taliban en de Randstad) en we plegen de nodige zelfzorg (gasmaskers en anti-miltvuurantibiotica bij de hand). We consulteren Wim Kok om te horen dat we veilig zijn. En toch voelen we ons niet veilig.
De Nijmeegse doctor weet wel waarom: wie meer weet, vreest ook meer. Maar heeft de doctor ook een remedie? Televisie, krant en radio de deur uit bijvoorbeeld, en doen alsof wat niet weet, wat niet deert?
'Ja, op korte termijn wel. Maar op een gegeven moment lopen de slecht geïnformeerde mensen op tegen echte ziektes, met het gevaar dat ze dieniet herkennen.'
Vanavond toch maar weer Nova, en morgenochtend de wekkerradio.