Er zal nu alleen nog een regeling getroffen moeten worden voor het prijsverschil dat ongetwijfeld is opgetreden. De offerte, waarop de aanvraag bij O&W was gebaseerd, liep tot 26 juni. Na deze datum is de dollarkoers gestegen, hetgeen een 15 procent hogere prijs tot gevolg kan hebben.
Rekencentrumdirecteur H.G. van Kooten is zeer tevreden met de beslissing van de bewindsman. Voor het gat tussen de toewijzing en de verhoogde aanschafprijs zal zeker wel een oplossing te vinden zijn, zo meent hij. De vraag of de THT een deel van de computer aan het Rijk zou moeten voorschieten tot het budget van 1982 kan worden aangebroken, is dus nu niet meer aan de orde. Ook de gevreesde mogelijkheid dat de THT een eigen bijdrage aan de machine zou moeten leveren, is van de baan.
Een voordeeltje van de huidige economische recessie noemt Van Kooten het dat de levertijd van rekenapparatuur is teruggelopen van een halfjaar tot circa drie maanden. Dat betekent dat er vrij snel nu een oplossing komt voor enkele knelpunten. Volgens Van Kooten zijn dat met name de eerstejaarspractica van informatica (zes terminals voor circa vijftig personen per middag) en de onderwijsadministraties.
Een tweede computer is nodig geworden door toename van het practicumgebruik en een toenemend administratief gebruik. De onderwijsadministraties kunnen nu vaak niet direct bij de computer terecht voor actuele informatie. Een nieuw systeem, naast de grote DEC-10, kan aansluiting van de onderwijsadministraties gaan betekenen. Verder betekent de aanschaf van een tweede DEC-computer dat er tot het einde van de jaren tachtig gewerkt kan blijven worden met DEC-programmatuur. (...)
