In zijn werkkamer in het Cubicus wijst nog niets op zijn vertrek. Geen ingepakte verhuisdozen of opgeruimd bureau. Integendeel. Paperassen liggen her en der, want helemaal uit beeld zal hij na zijn afscheid niet direct zijn. `Er ligt nog wat promotiewerk en ik zal zeker nog van me laten horen over nieuwe ontwikkelingen binnen TO.'
Grote kans dat die bijdragen over nieuwe media gaan, een boeiend onderwerp, vindt Verhagen. Actueel item is het verzilveren van de achterstand tussen leraar en leerling hierin. `Jeugdigen sms'en volop, doen aan podcasting, Hyves en maken weblogs. Ze hebben een voorsprong op de persoon voor de klas. Hier is dus nog een slag te slaan binnen de onderwijskunde. Hoewel nieuwe media niet per definitie leiden tot beter onderwijs, creëert het wel comfort. Neem bijvoorbeeld een digitale leeromgeving als Teletop. Docenten zetten er berichten op en met slechts een paar muisklikken hebben studenten onmiddellijk toegang tot deze informatie, ongeacht tijd en plaats. Efficiënt dus. Het elektronisch schoolbord is ook populair. Steeds meer scholen gebruiken het. Maar er zijn meer mogelijkheden en onderwijsinstellingen zouden er goed aan doen nóg vooruitstrevender te zijn met nieuwe media.'
Hoe anders was de situatie in 1981 toen toegepaste onderwijskunde van start ging. Verhagen: `Met een multidisciplinair team richtten we een nieuwe studie op. Ons doel: studenten opleiden tot onderwijskundig ontwerpers die vraagstukken aanpakken zoals ingenieurs technische problemen benaderen.' Hij herinnert zich: `We liepen voorop in wat toen de nieuwe media waren. De staf was ruim en de uitrusting rijk: moderne grafische computers, videostudio's, donkere kamers voor fotografie, een spreekcel en montagekamers. Ruimten die door het digitale tijdperk niet meer nodig zijn. Een computer kan nu alles wat we destijds op verschillende plaatsen deden.'
Niet alleen de media veranderden. Ook de opleiding zelf ging met z'n tijd mee. Verhagen, die in 1998 opleidingsdirecteur werd met daaraan gekoppeld een hoogleraarschap, somt op: `De invoering van Teletop, de komst van major-minor en de bachelor,- en masterstructuur. Parallel hieraan liep de belangstelling voor onderwijskunde terug. Maar met een nieuwe naam - Educational Design, Management and Media - een flinke campagne en een stukje aanpassing in het curriculum neemt het aantal eerstejaars de laatste jaren weer toe.'
Hoe de nieuwe structuur zich verder ontwikkelt, volgt Verhagen morgen, na 26 jaar UT, vanaf de zijlijn. `Ik hou het vakgebied scherp in de gaten en zo nodig zal ik op mijn eigenwijze manier er wat over vertellen. Maar eerst ontspannend wandelen in Limburg, samen met mijn vrouw die tegelijkertijd stopt met werken.'
Daarnaast gaat Verhagen verder met zijn grote hobby: het monteren van film-, en videomateriaal. Een passie die hem na zijn studie elektrotechniek in Eindhoven in de richting van onderwijskunde duwde. Legt uit: `Tijdens mijn studie was ik meer bezig met het maken van films dan met studeren. In 1969 kon ik parttime als filmregisseur aan de slag bij de (toen nog) TH Eindhoven en maakte ik instructiefilms voor diverse vakgroepen. Ik raakte geïnteresseerd in de onderwijskundige kant ervan en koos onderwijskunde als bijvak. Een goede switch, want mijn loopbaan vond ik uiteindelijk ook in die hoek.'
Een laatste, prangende vraag: hoe zit het nu met die ø van Pløn? `Die heb ik zelf ingevoerd en ik zal je ook vertellen waarom. In 1970 maakte ik een film waarbij de opdrachtgever mij de hele tijd aansprak met `Ple-oen'. Dat moet ik veranderen, dacht ik. De Duitse umlaut sprak me niet aan, maar de Deense `eu' leek me wel wat. Hoewel in mijn paspoort nog steeds Pleunes Willem staat, gebruikt iedereen Pløn.'
Verhagen: …in mijn paspoort staat nog steeds Pleunes Willem… (Foto: Arjan Reef)