![]() |
Wouter van Rossum: `De NLDA biedt een nieuwe bestuurlijke uitdaging'. (Foto: Gijs van Ouwerkerk) |
Vanwaar deze stap?
`Het belangrijkste is dat de Nederlandse Defensie Academie een nieuwe bestuurlijke uitdaging biedt. Ze zitten midden in een proces van accreditatie van wetenschappelijke opleidingen en ik vind het leuk om aan die ontwikkeling mee te werken. Wat me verder heel erg aanspreekt aan de faculteit Militaire Wetenschappen is de samenhang tussen maatschappij en techniek. Defensie heeft als voordeel ten opzichte van de UT dat ze heel toepassingsgericht werkt. Dan kom je vanzelf bij het verband tussen de ontwikkeling van techniek en de bedrijfskundige aspecten ervan. Hier, op de UT, werken de maatschappij- en gedragswetenschappen en de technische richtingen op sommige gebieden wel samen, maar bij Defensie zijn ze veel verder. Daar geldt die relatie als vanzelfsprekend.'
Op wat voor faculteit kom je terecht?
`Militaire wetenschappen heeft veel technische opleidingen en doet erg breed onderzoek. Van de organisatie binnen de krijgsmacht tot logistieke vraagstukken, maar ook technisch onderzoek naar het opsporen van onderzeeërs. Mijn onderzoek gaat over de besluitvorming in netwerken, momenteel met name binnen innovatietrajecten van bedrijven. Maar dit type netwerkonderzoek is ook zeer relevant voor de operationele besluitvorming binnen Defensie. In eerste instantie zal ik me gaan richten op bestuurlijke taken, maar ik hoop dat er later ook wat ruimte komt voor mijn eigen onderzoek.'
Hoe kijk je terug op je UT-tijd?
`Zowel op wetenschappelijk als op bestuurlijk vlak heb ik hier met heel veel plezier gewerkt. Als ik iets moet noemen dat eruit springt, is het mijn tijd als decaan van de faculteit Technologie en Management, nu MB. Ik heb daar het onderzoek op poten gezet en dat loopt nog steeds heel goed. De afgelopen jaren heb ik bovendien met IGS een goede strategie opgesteld.'
Hoe staat de UT er op dit moment voor?
`De laatste tijd was ik op zoek naar een nieuwe uitdaging en dat komt ook door het debat rondom Route '14. Laat ik vooropstellen dat die discussie de goede kant opgaat, maar het gaat te langzaam. Vooral de samenwerking tussen techniek en de maatschappij- en gedragswetenschappen kan veel sneller. Neem het strategisch plan van IGS. Daarin leggen we de nadruk op de rol van bestuurlijke processen bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Als je dat het college van bestuur voorlegt, dan duurt het lang voor je iets hoort. Uiteindelijk vinden ze het wel mooi, maar deze thema's zouden centraal moeten staan.
`De UT zegt nu, we hebben technologie en we hebben maatschappij- en gedragswetenschappen, en dat is een unieke combinatie. In plaats daarvan zou ik me veel meer profileren op de relatie tussen die twee richtingen. In onze strategie moeten we een duidelijke keuze maken. Niet zeggen dat we technologie én gedrag hebben, maar uitdragen dat we expertise hebben op het grensvlak van die twee. Bij Defensie doen ze dat al.'
In de Route '14-discussie is ook sprake van het terugbrengen van het aantal UT-instituten. Hoe zie je de toekomst van IGS, het instituut dat je achterlaat?
`Als je kijkt naar IGS en het IBR (Institute for Behavioral Research, red.), dan kennen we een aantal onderzoeksthema's die overlappen. Daarbij kijken we hoe we kunnen samenwerken. Tegelijkertijd hebben beide instituten ook hele specifieke thema's. De vraag is of je ze moet samenvoegen. Ik ga daar niet over, maar er moet in ieder geval een keuze worden gemaakt. Wat mij betreft zouden ze als twee instituten kunnen doorgaan, qua omvang zijn ze daar groot genoeg voor.'
Je bent 62. Is dit je laatste baan?
Lachend: `Dat heb ik al vaker gezegd. Ik heb afgesproken dit voor vier jaar te doen, met de mogelijkheid dat nog eens met vier jaar te verlengen. Dan werk ik inderdaad ruim door tot na mijn 65ste, maar dat was ik toch al van plan.'