Het water op de Auke Vleerstraat is amper gezakt na de harde regenval van donderdagmiddag. ‘Het gebeurt natuurlijk vaker dat straten overstromen en tunnels onder water staan, maar gisteren was wel een heel goed gekozen moment. Onze presentatie wordt daardoor heel actueel’, zei Anne Remke, universitair docent Informatica. Haar opmerking werd ondersteund door de inzoomende camera’s van media, die de presentatie bijwoonden.
Remke begeleidde het groepje EWI-studenten, samen met Bernard Geurts, in het kader van het Veni-project ‘Betrouwbaarheid van kritische infrastructuren’. Geurts roemde in zijn aftrap de perfecte ‘generale repetitie’ van dit onderzoek. ‘Met rond een uur of drie een gedegen praktijkoefening. Maar jullie wisten natuurlijk allang dat die overstroming er zou komen.’
‘De waterzuivering als Petrinet’, het voorspellen van overstromingen’, luidt de titel van de presentatie. De studenten brachten problemen en risicofactoren van waterzuivering in beeld en ontwikkelden daarvoor een eigen basismodel. Met simulaties en kansberekeningen probeerden ze antwoord te krijgen op vragen als: ‘bij hoeveel druk gaat de pomp kapot? en ‘wanneer overstroomt de buffer van de rioolwaterzuivering?’. Bij grote toevoer van water door stortbuien wordt het overtollige water opgevangen in een buffer. Gemeenten zijn er verantwoordelijk voor dat er voldoende water kan worden opgeslagen in de bufferruimte.
‘Kunnen jullie nu ook gemeenten gaan adviseren?’, vroeg iemand in de zaal, na afloop van de presentatie. ‘Onze berekeningen zijn nog benaderingen, geen realistische gegevens. We hebben meer gegevens nodig om gemeenten goed te kunnen adviseren’, antwoordde Maarten Otten op die vraag.
