In dit algemene oordeel worden onder meer de inhoud van de opleiding, verworven vaardigheden, kwaliteit van de docenten, studielast en faciliteiten van de universiteit meegenomen.
Er zit over het algemeen weinig verschil tussen de universiteiten. Alleen Wageningen scoort vaak afwijkend. Haar studenten zijn erg te spreken over hun opleiding, maar geven lage cijfers voor hun studiestad. Dat geheel in tegenstelling tot bijvoorbeeld studenten uit Enschede.
De statistieken van de enquête geven, ondanks de kleine verschillen, een goed beeld van de sterke en zwakke kanten van de Nederlandse universiteiten. De Universiteit Twente scoort inhoudelijk niet bijzonder sterk: met een 7,3 is ze volgens studenten alleen beter dan de VU en UvA.
De UT doet het juist wél goed op het gebied van de geboden faciliteiten. Alleen Wageningse studenten geven een hoger cijfer voor de op de universiteit aanwezige faciliteiten. De UT scoort relatief hoog op de beschikbaarheid van werkplekken en de digitale leeromgeving. Opmerkelijk is ook het hoge cijfer dat de Twentse universiteit krijgt voor de beschikbare hulpmiddelen en faciliteiten voor gehandicapten. Met een 7,2 wordt de universiteit op dat gebied beter gewaardeerd dan iedere andere universiteit.
Internationalisering scoort in Enschede een 7,2, een tiende punt lager dan het gemiddelde cijfer voor Nederlandse universiteiten. Het aanbod van Engelse vakken lijkt iets achter te blijven op met name Maastricht en Wageningen.