Wil de promovendus voor de klas?

| Redactie

In februari van dit jaar kwam ISO met het fenomeen ‘promodoc’ voor de middelbare en basisscholen op de proppen. Promovendi zouden volgens het plan van ISO twee dagen per week voor de klas moeten. Minister Bussemaker reageerde vorige week al positief. De promovendi zelf plaatsen echter de nodige kanttekeningen.

Volgens ISO kunnen promovendi op die manier het groeiende lerarentekort tegengaan en kunnen er bovendien meer promotieplekken worden gecreëerd. ISO heeft inmiddels een gesprek met de minister van Onderwijs in de agenda staan.

Het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) is volgens het HOP ook ‘enthousiast’, maar plaatst vervolgens een serie kanttekeningen. PNN-secretaris Victor de Graaff is UT-promovendus. Hoewel ook hij kansen ziet voor extra promotieplekken, waarschuwt hij vooral voor de negatieve gevolgen van het plan. ‘Zoiets moet niet ten koste gaan van de kwaliteit van het onderzoek.’ En dat gaat wel gebeuren, vreest hij. ‘Op dit moment wordt er veel druk gelegd op het binnen vier jaar promoveren. Je mag dus niet vertragen, maar moet dit er dan eventueel bij doen.’

PNN vraagt zich bovendien af of academische docenten wel iets te zoeken hebben op basisscholen en de onderbouw van middelbare scholen. De Graaff pleit voor een bepaald minimumniveau. ‘De bovenbouw van het VWO kan enthousiast worden gemaakt voor de wetenschap. Dat zou voor mij het doel zijn. Maar om daar les te kunnen geven, is sowieso een opleiding nodig. En ook dat moet dan weer gecombineerd worden met het promotieonderzoek.’

Ook persoonlijk loopt De Graaff niet warm voor een plek als docent. ‘Ik heb mezelf ten doel gesteld binnen vier jaar te promoveren. En die doelstelling blijft. Maar goed, gemiddeld genomen doen promovendi er volgens mij 4,7 jaar over, dus bij anderen liggen er misschien kansen.’ 

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.