Wie: Inge de Jong (23) studente biomedische technologie
Stijl:Combi van stoer, sportief en chique
Wat draagt zij?
Inge draagt vandaag haar stoere legerblouse van de Cool Cat. En, zoals Inge dat vaker doet bij het kopen van kleding, heeft ze eerst een tijdje gewacht totdat ze helemaal overtuigd was om hem te kopen. ‘Ik zag de blouse per toeval een keer hangen en vond hem eerst een beetje te duur. Maar toen ik hem na een maand nog steeds in mijn hoofd had, wist ik dat ik hem moest aanschaffen. Ze hadden er nog maar eentje hangen precies in mijn maat. Alsof het voorbestemd was.’ Onder de blouse zien we een roze basic topje van de H&M. Inge’s licht gewassen skinny jeans met ritsjes aan de zijkant komen van de C&A. Eronder draagt ze stevige bruinleren veterschoenen met een subtiele hak en een bontje aan de binnenkant. ‘Ik houd wel van schoenen die degelijk zijn en waar ik goed op kan lopen. Over het algemeen vind ik het bij kleding het belangrijkste dat ik er me goed bij voel. Als je het niet voelt, dan straal je het ook niet uit.’
De winkel
‘Ik combineer vaak tweedehandskleren met nieuw; goedkoop met duur dus. De winkel waar ik kleren koop wisselt. Soms heb ik zin om naar een tweedehandswinkel te gaan om te kijken wat er hangt. De ene keer vind je er namelijk wel wat en de andere keer is het drama. Soms kijk ik in stad. Ik heb vrijwel nooit specifieke winkels waar ik naartoe ga, maar kijk overal rond. Behalve als ik basics nodig heb. Dan ga ik bewust naar de Primark om daar groot in te slaan. Maar voor de duurdere kledingstukken laat ik me dus op gevoel leiden. Ik zoek subtiele details en geen massaproductie. Ik heb een hekel aan het dragen van kleding dat iedereen heeft.’
Wat kost het?
‘Als ik doelbewust ga shoppen en dus echt iets nodig heb, kan ik in één keer veel geld uit geven. Maar tussendoor varieert het eigenlijk. De ene keer is dat vijftig euro en de andere keer honderd euro voor een kledingstuk. Als ik na een tijdje zeker weet dat ik iets wil hebben, kan ik daar wel meer aan spenderen. Over het algemeen zal het neerkomen op zo’n zeshonderd euro per jaar.’
Charlotte Rompelberg