De Jong deed samen met Marcia Linn (Berkeley) en Zacharias Zacharia (Cyprus) een literatuurstudie naar de leereffecten in fysieke en virtuele laboratoria voor de onderwijskundespecial van wetenschappelijk tijdschrift Science. Hun belangrijkste bevinding is dat virtuele labs tot even goede of betere leerresultaten leiden. ‘Dat komt vooral doordat je dingen kunt laten zien die je in het echt niet ziet, zoals elektriciteit of lichtstralen. Dat maakt het inzichtelijker’, aldus De Jong. ‘Bovendien gaat het bouwen van een proefopstelling en het doen van experimenten in een virtueel lab veel sneller.’
Overigens heeft ook een fysiek laboratorium zo zijn voordelen, weet de UT-hoogleraar, die momenteel een groot Europees onderzoeksproject coördineert over het leren met virtuele en remote online laboratoria. ‘Uiteindelijk moet je toch met echte materialen en opstellingen leren omgaan.’ Een combinatie van beide soorten laboratoria kan tot nog betere kennisverwerving leiden. De Jong: ‘Uit de literatuurstudie en onze eigen onderzoeken blijkt dat eerst in het virtuele lab oefenen en vervolgens met de echte apparatuur aan de slag gaan waarschijnlijk het beste resultaat oplevert.’