UT-studenten die na hun eerste master nog een tweede technische master willen doen, kunnen beter uitwijken naar Delft of Eindhoven. Het tarief voor een tweede master aan de Universiteit Twente, is ruim zeven keer zo hoog als het tarief dat de TU Delft en de TU/e rekenen. Dat blijkt uit een inventarisatie die is opgenomen in de Keuzegids Masters 2013. Sinds een aantal jaar betaalt de overheid niet meer mee aan een tweede master na de eerste master en is de universiteit vrij om een zogenaamd ‘instellingstarief’ te rekenen. En dat merkt de student in zijn portemonnee.
Studentenorganisaties ISO en LSVb vinden de verschillen belachelijk. ‘De keuzegids laat zien wat er gebeurt als instellingen de vrije hand krijgen,’ zegt ISO-voorzitter Thijs van Reekum. De LSVb wil dat de Tweede Kamer alsnog een maximum instelt voor de instellingstarieven.
De UT rekent voor een tweede masterstudie €12.916, waar in Delft en Eindhoven maar €1.835 voor wordt betaald. Bertyl Lankhaar, woordvoerder van de UT, snapt vooral niet hoe de andere universiteiten zo’n laag tarief kunnen rekenen. ‘De overheid draagt niet meer bij aan de tweede master, waardoor de UT niet anders kan. Het aanbieden van een tweede master tegen zo’n bedrag kan de UT niet. Daarvoor is die te duur.’ Een aanpassing van het beleid lijkt dan ook niet aanstaande.
Lankhaar kan niet inschatten wat de gevolgen zijn van de grote verschillen. ‘We hebben er geen zicht op hoeveel studenten nu geen tweede master doen of die elders gaan doen.’
Ze heeft nog wel een tip voor studenten die een tweede master willen gaan doen. ‘Als je tijdens je eerste master al aan een tweede master begint, wordt het wettelijk collegegeld gerekend. Dan zijn de prijzen dus gelijk met Delft en Eindhoven.’