Good cop, bad cop

| Olaf de Kruijff

Niek Ketel (rechts) en Sjoerd Sterk, beiden 22-jarige studenten technische bedrijfskunde. Zij wonen met vier andere studenten op Cocagne aan de Hengelosestraat 315.

Photo by: Arjan Reef

Huisgenoten, je hebt ze in alle soorten en maten. De een houdt van opgeruimd en netjes, de ander neemt het niet zo nauw met de corveedienst. Toch wonen ze samen onder één dak. UT Nieuws brengt wekelijks een rubriek waarin twee medebewoners over elkaar vertellen. Van smeuïge anekdote tot aan grootste irritatiepunt, met deze week:


Sjoerd over Niek:

‘Niek is als een tweelingbroer voor me. We doen veel dingen samen en vertonen veel overeenkomsten. We werken allebei bij Grolsch, zitten (sinds kort) allebei bij Audentis, hebben dezelfde smaak in zowel muziek als vrouwen en bovendien studeren we hetzelfde. Verschillen zijn er ook. Zijn kamer is namelijk echt een teringzooi, terwijl de mijne structureel netjes is. Bovendien kan hij soms een enorme klootzak zijn, terwijl ik een hele aardige jongen ben. Impulsief is-ie ook. Zo bracht hij eens een hangbuikzwijn, Napoleon, mee. Daarnaast is Ketel de mode-adviseur van het huis en opereert hij onder Swag Advise B.V. Zijn beste eigenschap? Het feit dat hij een auto heeft. Hoeven we nooit meer door de regen naar de supermarkt.’

Niek over Sjoerd:

‘Sjoerd gaat voor mensen door het vuur. Het is daarnaast ook prettig dat zijn persoonlijke kastje altijd vol is. Als de mijne leeg is, grabbel ik wat uit de zijne. Sjoerd is een echte bourgondiër en kookt erg goed. Irritant is zijn enorme self-hyper. Hij benoemde zichzelf bijvoorbeeld tot de squashkoning van het huis, terwijl het eigenlijk 14-5 staat in sets voor mij. Sjoerd is ook handig bij het afzeiken van de HJ. Hij is een echte sjaarsenknuffelaar, dus de good cop, terwijl ik dan lekker bad cop kan spelen.’

Kerstdiners

Niek: ’We hebben elk jaar een kerstdiner met veel oudelullen. De huisjongste maakte dan een negengangendiner. Afgelopen jaar was iedereen compleet bezopen. De ouwelullen vonden de woonkamer te klein. Ze zetten een slijptol en boor in de muur. Daarna werd de kroegbank gebruikt als stormram. De sloopplekken verbloemden we later met wat schilderijtjes.’

Sjoerd: ’Na het kerstdiner gingen we op kosten van de oud-bewoners naar het gala van huize ’t Pott. Een zeer succesvol avontuur. Niemand sliep die nacht thuis. De middag erna ruimden we de rotzooi van die nacht ervoor op. Er was nog een pandawissel (studentenjargon: wissel tussen huisgenoten. De nieuwe panda is degene die het langst geen seks heeft gehad). We dronken adjes en dat resulteerde uiteindelijk in veel ‘Vermaeck’ waarbij Huize Beurd en Hubertus ook nog aanhaakten, volledig in rokkostuum van die avond ervoor. Om zeven uur lag iedereen af in zijn bed.’

Huisfeest

Sjoerd: ‘Elk jaar hebben we een huisfeest met een opbouwweek vooraf. Veel klussen en natuurlijk bier drinken. Ook duiken we ter promotie elke avond ’t Gat in, maar we worden elke ochtend wel om acht uur gewekt door het brandalarm.’

Niek: ’Sjoerd en ik mogen na afgelopen jaar niet meer samen opbouwen. We waren altijd een klusteam, maar vorig jaar waren we brak en hadden we echt geen zin om te klussen. We hebben toen onszelf opgesloten in de kamer van Sjoerd. Daar hebben we de hele middag lopen zuipen pas tegen het einde van de dag zijn we weer naar buiten gekomen.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.