De slag om Enschede

| Lars van de Zandschulp

Lars van de Zandschulp (23) is masterstudent technische bedrijfskunde en staat middenin het Enschedese studentenleven. Hij schrijft om de week een column voor U-Today, over wat hem opvalt in de stad en op de campus. Vandaag: over studentenstad Enschede en 'tuigtukkers'.

Photo by: RIKKERT HARINK

Het is alom bekend dat Enschede als studentenstad eigenlijk niet zo veel voorstelt. In het boek Otmars Zonen van voormalig U-Todayredacteur Peter Buwalda werd door een van de hoofdpersonen treffend gezegd dat het landelijk gezien not done is dat vier verenigingen één gebouw delen. De Pakkerij is gelukkig een mooi, klassiek pand, maar dat we feitelijk in het bedrijfsverzamelgebouw onder de studentensociëteiten zitten, onderstreept wel dat het studentenverenigingsleven in Enschede relatief klein is.

Er zijn aspecten waaruit kan worden opgemaakt dat het Enschedese centrum zich beweegt naar een sfeer die zich kan meten met de ‘grote’ steden. In steden met corpora willen, dan wel kunnen, studenten namelijk al jaren niet meer over straat in klassiek jasje dasje, omdat er te veel aanvaringen plaatsvonden met de ‘locals’. In een stad als Groningen is het contrast tussen het landelijke beruchte Vindicat en de ‘stadjers’ natuurlijk groot. De uitvoerig gerapporteerde misstanden, maar ook voor niet-studenten moeilijk begrijpelijke acties, zorgen natuurlijk voor animositeit onder de locals. Maar, de Pakkerijverenigingen staan niet bekend om hun strafkampen of toiletten van cafés onder smeren, dacht ik altijd.

Toch gaat het steeds vaker mis tussen de studenten en de Tukkers. Toen ik ooit een keer ’s avonds naar de Pakkerij liep, kreeg ik van iemand bij Café De Buurvrouw een alleraardigst compliment: ‘Mooie stropdas, klapmongool!’. Trots als een pauw liep ik verder, maar dat deze groet niet zo vriendelijk bedoeld was, werd duidelijk toen een tijd later een student ter hoogte van dit café van zijn fiets werd getrokken en een paar flinke klappen kreeg. Sindsdien lopen mijn huisgenoten en ik een stuk alerter naar huis.

Bij dat huis organiseren we jaarlijks een oud en nieuw feest voor zo’n 250 studenten. Afgelopen editie dachten wat tokkies dat ze ook uitgenodigd waren, maar toen ze bij de ingang hoorden dat ze niet op de gastenlijst stonden, waren de korte lontjes snel op en barstte de bom. Toen we ze naar buiten werkten deden ze snel hun riem af om die om te toveren tot venijnige wapens. Op bovenstaande foto is het voorhoofdlitteken dat ik daaraan overhield gelukkig niet te zien. Enkele dagen later stonden ze ’s avonds weer voor de deur en sneuvelde de ruit in de deur. Best knap, als je je bedenkt dat ze eerst het dikke ijzeren smeedwerk dat voor de ruit zat, moesten zien te breken.

En dan is er nog ’t Gat in de Markt, waar het de meeste avonden een ons-kent-ons is aan studenten van allerlei soorten clubjes. Helaas is het daar soms ook raak en denken de tuigtukkers welkom te zijn. Dat gaat dan even goed, tot ze per ongeluk aangestoten of verkeerd aangekeken worden. Wat er daarna gebeurt? Dan is het hek van de pauperdam. Het is ondertussen elk kwartiel, als niet vaker, wel een keer raak, zowel letterlijk als figuurlijk. Vooral richting het weekend is de kans groot op gebroken neuzen en kaken. Bij de studenten dan, die - zoals op de video te zien - zelf weinig terugdoen richting de knokploeg.

Een oplossing is zo snel nog niet gevonden. Vanuit de Pakkerijverenigingen is een paar jaar geleden bij de gemeente aandacht gevraagd voor deze ontwikkeling. Natuurlijk kan zij moeilijk de permanente beveiliging van ’t Gat op zich nemen en studenten zullen zichzelf ook niet organiseren in knokploegen. Uiteindelijk maakt het in Enschede al niet eens meer uit of je je kleedt als student: de loco’s die komen studentje-meppen weten je toch wel te vinden. Lopen we gek genoeg toch opeens voor op die grote steden.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.