Knuffel een postdoc

| Femke Nijboer

Columnist Femke Nijboer nam afgelopen week met pijn in haar hart afscheid van postdocs. Ze maakt van de gelegenheid gebruik om een lans te breken voor deze groep academici. ‘Eigenlijk nemen postdocs geen afscheid, maar neemt de universiteit afscheid van hen. Ze zijn een soort lease-wetenschappers.’

Photo by: AJF

Afgelopen week namen een paar collega’s afscheid van de UT. Postdocs waren ze. Eigenlijk nemen postdocs geen afscheid, maar neemt de universiteit afscheid van hen. Zo gaat dat met postdocs. Ze zijn een soort lease-wetenschappers. Je huurt ze voor korte tijd in en ze doen serieus heavy onderzoek waar je echt wel gepromoveerd voor moet zijn en stevig voor in je schoenen moet staan, maar je zit niet permanent aan hen vast. ‘Noa diss’n weer een friss’n’, zou je cynisch kunnen denken. Maar zo cynisch denk ik niet hier. De mensen die we gedag zeiden, heb ik heel hoog zitten. Ik zou willen dat ze bleven. De regels zeggen echter dat je maximaal vier jaar een postdoc-plek mag hebben. Daarna moet de universiteit een vast contract aanbieden. Toedels, daar is de uitgang.

Een student vroeg me laatst wat nou het verschil was tussen al die universitaire functies. Het valt me wel vaker op dat onze studenten geen idee hebben welk rijk pluimage een universitair wereldje eigenlijk kent. Voor de lezers onder u die het misschien ook niet weten, laat me een poging doen de academische ratrace uit te leggen. Als je wetenschappelijke ambities hebt, dan probeer je na een masteropleiding ergens een promotietraject te doen. Je krijgt dan je doctorstitel. Denk maar niet dat je daar per se slim voor hoeft te zijn. Ik moest voor dit stukje googelen hoe je doctor schrijft. Na de doctorstitel kan je niet maar zo universitair docent (UD, in het Engels assistant professor) worden, de felbegeerde trap hoger. UD-posities zijn hot, want dan behoor je tot de vaste staf van een universiteit. Na UD wordt je universitair hoofddocent (UHD, associate professor) en daarna misschien professor. Er zijn meer varianten, maar laten we het hier even bij houden.

Meer respect voor de postdoc. Je wordt niet zomaar UD. De meesten van ons zijn eerst een paar jaar postdoc. Je wordt dan tijdelijk aangenomen op een wetenschappelijk project waarvoor iemand subsidie binnenhaalde. Als postdoc voer je onderzoek uit voor dat project. Je mag (moet!) dan onderzoek coördineren en uitvoeren, studenten begeleiden en rapportages schrijven voor de subsidieverstrekker. De begeleidende UD is vaak knetterdruk met onderwijs en dus moet jij de boel draaiende houden. Het voordeel van postdoc-zijn is dat je geen onderwijs hoeft te geven. Het nadeel van postdoc-zijn is dat je weet dat je contract genadeloos afloopt en je dus goed moet rond blijven kijken naar een volgende positie. Misschien de sprong naar UD-schap? Of toch maar weer een postdoc: een nieuwe universiteit, een nieuwe woning, een nieuw stadje en misschien wel een nieuw schatje. Het leven van een postdoc is onzeker en stressvol.

Waag het ook niet zwanger te worden tijdens je postdoc. Vrouwen vragen me soms om advies qua gezinsplanning en wetenschappelijke ambities. Tip 1: Kies je partner heeeeel zorgvuldig. Partners maken of breken je wetenschappelijke carrière als je uiteindelijk moeder wordt. Tip 2: Word zwanger tijdens je promotietraject, of als je UD wordt of voor mijn part tijdens de bacheloropleiding, maar wordt niet zwanger als postdoc. Het contract van postdocs wordt niet verlengd bij een zwangerschap in tegenstelling tot wanneer dit PhD-studenten ‘overkomt’. Tip 3: Fuck het plannen en doe wat je hart je ingeeft.

Toch is het leven van een postdoc ook heerlijk. Laat ik hen niet als slachtoffers wegzetten. De verse doctorstitel geeft je zelfvertrouwen een boost, je mag leiden in plaats van volgen en hebt weinig onderwijsverplichtingen. Ja jongens en meisjes, onderwijs vinden wetenschappers wel eens lastig. Niet omdat we onderwijs niet leuk vinden, maar omdat het doen van onderzoek zich naar de avonden, weekenden en vakanties verplaatst zodra je onderwijs geeft. Als postdoc mag je ook veel reizen. Dat is leuk als je geen vliegschaamte kent. Er was een tijd dat ik droomde eeuwig postdoc te mogen zijn, maar dat moment is voorbij. Op een gegeven moment wil je een hypotheek.

Een van de postdocs die ik gedag zei, was zwanger van haar tweede. Haar eerste werd geboren terwijl ze in een project van mij werkte. Mooi is dat, elkaar te zien groeien – letterlijk, haha en figuurlijk – als mens. Ik wil niet dat ze gaat. Zij was de good cop in ons project en ik de bad cop. ‘We vullen elkaar goed aan’, zeiden we dan, maar eigenlijk had ze mij helemaal niet nodig. Zij was nou echt zo’n wetenschapper die de UT had moeten behouden: superslim, humor, diplomatisch, kansen zoekend. Maar ja, vier jaar en dan exit. Mensen, knuffel vandaag een postdoc plat.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.