‘Ik geloof dat aardig zijn besmettelijk werkt’

| Rense Kuipers

We werken bijna iedere dag samen, maar hoe goed kennen we de collega’s nu echt? U-Today is benieuwd naar de persoonlijke verhalen achter het ondersteunend- en beheerspersoneel en zet ze in deze rubriek ‘On the spot’.

Photo by: Klaas-Jelmer Sixma

Aan het woord is Rita de Wilde-Brink (55), hoofd Student Mobility & International Relations bij de faculteit TNW én interim-hoofd van het Scholarship Office and International Relations & Partnerships bij CES.

Je hebt misschien wel de langste functietitel op de ‘people pages’ van de UT, inclusief de afkortingen FAINCO, SMIR en SOIR. Wat houdt je werk in?

‘Ja erg hè, al die titels? Ik ben in 2020 van Marketing & Communicatie terug de faculteit in gegaan. Dat in de rol van facultair internationaliseringscoördinator en hoofd Student Mobility & International Relations. Ik leid het team dat de studentmobiliteit bij de faculteit TNW ondersteunt, van stages en uitwisselingen tot toekennen van beurzen. De inhoud ligt bij de onderzoeker of opleidingsdirecteur, maar de ondersteuning regelen wij. Daarnaast houd ik me bezig met de internationaliseringsstrategie van de faculteit.’

En je interim-functie?

‘Die is UT-breed vanuit de dienst CES, bij het Scholarship Office and International Relations & Partnerships. We houden ons bezig met externe en interne beurzen, de uitwisseling van studenten en medewerkers en we doen aan relatiebeheer. Beide functies haken in elkaar. Het was oorspronkelijk een interim-periode van zes maanden, maar lijkt nu richting twaalf te gaan. Zo’n dubbele functie is veel werk, maar ik hou wel van een uitdaging.’

'Ik hoop iemand te zijn die niet vóór de mensen staat met wie ik samenwerk, maar áchter ze'

Hoe zien je dagen eruit?

‘Heel veel overleggen. Over instroom, double degrees, beurzen en beleid… De mailtjes raken weleens wat ondergesneeuwd, al heb ik met mezelf de afspraak gemaakt om niet in het weekend te werken en niet na acht uur ’s avonds de laptop open te hebben. Maar ik vind het werk ontzettend leuk, vooral het werken met mensen. Ik voelde dat ik klaar was om leiding te geven en hoop vooral iemand te zijn die niet vóór de mensen staat met wie ik samenwerk, maar áchter ze.’

Je zei dat je ‘terug de faculteit in bent gegaan’. Waar begon je UT-carrière?

Dat was 27 jaar geleden, als secretaresse bij de toenmalige faculteit Chemische Technologie, tegenwoordig de faculteit TNW. Dat was eerst bij een vakgroep, later bij het faculteitsbestuur. Op een gegeven moment hadden mijn werkzaamheden meer en meer te maken met communicatie, waarna ik een communicatie-opleiding volgde en uiteindelijk bij Marketing & Communicatie terechtkwam. Daar hield ik me lang bezig met werving, de Open Dagen en de customer journey. Maar ik wilde graag leidinggeven en toen kwam deze functie vrij bij TNW. Ik weet niet of ik had gereageerd op de functie als het bij een andere faculteit was geweest. Het voelt toch als thuiskomen. Alsof mijn carrière hiermee rond is.’

Wat doe je graag naast je werk?

‘Ik golf, maar dat is vooral de strijd met mezelf. De techniek komt wel, dat kun je leren, maar de rust is een ander verhaal. Verder ga ik naar de sportschool om fit te blijven doe ik sinds kort aan hardlopen, met als doel om de Singelloop in september te lopen. Oh en ik ga ontzettend graag op vakantie, het liefst elke keer weer naar een andere bestemming waar we nog niet zijn geweest. Niet te veel plannen, maar gewoon gaan.’

'Ik ben een echt familiemens. Het mooiste is om de hele bubs bij ons over de vloer te hebben'

Verliefd, verloofd, getrouwd?

‘Getrouwd, al bijna 33 jaar met Sacha. We hebben twee volwassen jongens van 30 en 28, twee fijne schoondochters en we hebben twee kleinkinderen: een kleinzoon van acht jaar en een kleindochter van tien maanden. Ik mag vanavond oppassen op haar. Ik ben een echt familiemens. Het mooiste is om de hele bubs bij ons over de vloer te hebben. Mijn man is van Indische afkomst, dus hij is van het koken en ik ben van het eten.’

Wat heb je gisteravond gegeten?

‘Bami. Nee, zeker niet uit een pakje van Conimex. Als Indo kom je niet met Conimex aanzetten. Thuis wordt zo ontzettend goed voor me gezorgd. Met twee functies en een volle agenda hoef ik maar een appje te sturen dat ik naar huis rijd en het eten staat al op.’

In je functie houd je je veel bezig met internationalisering. Hoe kijk jij naar de politieke discussie daarover?

‘Ik vind het heel jammer dat het zo toegespitst wordt op studenten, terwijl de grotere discussie over problemen gaat als huisvesting. De beeldvorming is kwalijk. Soms merk ik dat ik in mijn directe omgeving moet uitleggen dat internationale studenten hier echt niet naartoe komen om te profiteren en plekken in te pikken, om vervolgens weer terug te vliegen met een diploma. Natuurlijk moet je je ogen niet sluiten voor bepaalde knelpunten, maar ik mis de nuance in de discussie.’

Wat voor boek ligt op je nachtkastje?

Suikerbastaard, een boek van Jaap Scholten. Dat gaat onder andere over de familie Stork uit Hengelo, waar ik vandaan kom. Ik raakte met Jaap aan de praat bij zijn boekpresentatie, want ik was tijdens een onderwijsbeurs in Roemenië zijn neef (die was daar consul) tegengekomen. Voorin mijn exemplaar schreef Jaap ‘Voor de heilige Rita’; hij is namelijk ook bevriend met schrijver Tommy Wieringa. Heel toevallig – wat hij niet wist – lag De heilige Rita toen op mijn nachtkastje.’

Tot slot, zijn er bepaalde ‘regels’ waar je naar probeert te leven?

‘Aardig zijn voor de mensen om me heen. Want ben ik aardig tegen de mensen om me heen, dan zijn zij aardig naar anderen – en zo krijg je hopelijk een sneeuwbaleffect. Een soort pay it forward-gedachte. Ik pretendeer niet dat ik de hele wereld kan veranderen, maar ik geloof erin dat aardigheid besmettelijk kan werken.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.